beschikking 31-12 | |
Verzoekerschrift niet (ook) gericht tegen de AVP-verzekerde. Verzoeker is dan niet ontvankelijk en de rechtbank ziet reden om een kostenveroordeling uit te spreken ten gunste van de verweerder. | |
Verzoek | Rechtbank |
Geschil met betrekking tot aansprakelijkheid, waarbij het verzoek zich richt tot de AVP-verzekeraar. | Om in deze situatie de verzekeraar te kunnen aanspreken had ook de verzekerde zelf, [VERZEKERDE] dus, in deze deelgeschilprocedure moeten worden betrokken. Dit staat in de wet in artikel 7:954 lid 6 BW. Dat is, ook na interventies van de rechtbank, niet gebeurd. Dit betekent dat [VERZOEKSTER] niet-ontvankelijk is in haar verzoek. |
Kosten | De rechtbank is het met ASR eens dat er geen sprake is van in redelijkheid gemaakte kosten. Zonder dat [VERZEKERDE] in de procedure wordt betrokken is het voor de rechtbank niet mogelijk de zaak inhoudelijk te behandelen. Dat een verzekerde in de procedure moet worden betrokken volgt uit de wet en bovendien is [VERZOEKSTER] daar namens de rechter op gewezen. Dit heeft als consequentie dat niet kan worden gezegd dat sprake is van kosten die in redelijkheid zijn gemaakt. De rechtbank ziet hierin aanleiding de kosten van [VERZOEKSTER] te begroten op nihil en haar bovendien te veroordelen in de kosten van ASR, aan de hand van de forfaitaire tarieven begroot op € 543,00 (1 punt x tarief onbepaalde waarde € 543,00). |