Rechtbank Midden-Nederland, 22 januari 2020 |
Verzoeker, een uitzendkracht, loopt letsel op aan zijn scheenbeen aan de laadklep van een vrachtauto tijdens zijn werk. De materiële werkgever brengt elk denkbaar procesverweer in en geeft tot slot aan de zorgplicht niet geschonden te hebben. De kantonrechter beslist op alle punten anders. |
Verzoek |
Rechtbank |
voor recht te verklaren dat gedaagde aansprakelijk is voor het arbeidsongeval |
De kantonrechter verklaart dat van verjaring geen sprake is gezien het e-mail verkeer tussen partijen. Dat er ook niet te laat is geklaagd want een werknemer weet lang niet altijd dat de zorgplicht van de werkgever is geschonden en dat hij alsdan een onderzoeksplicht heeft behorende bij de klachtplicht. Dat er twee jaar ligt tussen ongeval en aansprakelijkstelling is op zich niet genoeg. Het gaat om de belangen van partijen en verweerder had de gelegenheid om direct goed onderzoek te doen naar het ongeval maar heeft dat nagelaten. Ook de arbeidsinspectie is niet ingelicht waardoor het ongeval niet is vastgelegd. Er is niet te laat geklaagd en om dezelfde redenen is geen sprake van rechtsverwerking. De kantonrechter komt tot het oordeel dat er aansprakelijkheid is, tenzij aan de zorgplicht zou zijn voldaan. Om tot die conclusie te komen is het niet nodig dat de toedracht exact komt vast te staan, omdat gebleken is dat de instructies onvoldoende duidelijk waren. Een extra aanwijzing ziet de kantonrechter in het ontbreken van een RI&E. De kantonrechter wijst de vordering toe voor zover het gedaagde sub 1 betreft. |
en te veroordelen in de kosten van het deelgeschil. |
Gezien het uurtarief van € 245,= zijn 28 uur niet gerechtvaardigd. De kantonrechter begroot de redelijke kosten op 20 uren ex BTW, kantoorkosten en griffierecht. |