Rechtbank Midden-Nederland, 15 juli 2020 | |
Een niet als zodanig herkenbaar politievoertuig had voorrang terwijl de snelheidslimiet werd overtreden. Doordat verzoeker geen voorrang heeft verleend is een botsing ontstaan. Bestuurder politievoertuig is voor een derde aansprakelijk. Geen beroep op billijkheidscorrectie. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoeker verzoekt de rechtbank (…):
(1) voor recht te verklaren dat verweerder sub 1 aansprakelijk is voor het ontstaan van het verkeersongeval op 3 juli 2018 (…); (2) voor recht te verklaren dat Euro Insurance binnen de grenzen van de polisvoorwaarden als WAM-verzekeraar van verweerder sub 1 gehouden is om aan verzoeker de schade te vergoeden die hij lijdt door het verkeersongeval op 3 juli 2018; |
(1)(2) Verweerder sub 1 komt geen beroep toe op politievrijstelling RVV. Sepotbeslissing van officier van justitie is niet relevant in de civiele deelgeschilprocedure. Geen specialistische rijopleiding, er was geen noodzaak om snel ter plaatse te zijn, er is niet met gepaste snelheid conform Brancherichtlijn Verkeer Politie gereden.
Verweerder sub 1 heeft een snelheid van meer 50% te hard gereden. Dit impliceert dat de snelheid waarmee verweerder sub 1 reed heeft bijgedragen aan het ongeval. |
(3) voor recht te verklaren dat verzoeker aan het ontstaan van het verkeersongeval geen eigen schuld heeft, althans het percentage eigen schuld in goede justitie te bepalen, al dan niet rekening houdend met de billijkheidscorrectie voor het ontstane letsel dat niet verzekerd is terwijl de aansprakelijkheid van verweerder sub 1 verzekerd is bij Euro Insurance; | (3) Verzoeker heeft geen voorrang verleend en is onoplettend geweest. Gelijkwaardige verkeersdeelnemers. Geen reden om billijkheidscorrectie aan te nemen. |
(4) de kosten van dit deelgeschil aan de kant van [verzoeker] te begroten (…) | (4) Uurtarief aangepast naar € 280,00 inclusief btw en kantoorkosten in plaats van ex btw en kantoorkosten. Aantal uren gematigd naar 18, niet omvangrijk of complex. |
Een voorrangsfout in het verkeersrecht weegt in het algemeen zwaarder dan een overschrijding van de maximumsnelheid. De rechtbank ziet hier toch reden om de overschrijding van de maximumsnelheid zwaarder te laten wegen. Met name dat er 50% harder dan toegestaan werd gereden en de bestuurder geen beroep op politievrijstelling toekwam.