Rechtbank Noord-Holland, 20 augustus 2020 | |
De rechtbank oordeelt dat de door (verzoeker) gestelde toedracht van het ongeval niet is komen vast te staan. Nadere bewijslevering is noodzakelijk en daar is in een deelgeschilprocedure geen ruimte voor. Verzoek wordt afgewezen, ook voor wat betreft de kosten: volstrekt onnodig ingestelde procedure. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoeker vordert – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(1) Voor recht te verklaren dat bestuurder WA-verzekerde voertuig aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval; |
Afwijzing van het verzoek. Naast de verklaringen van (verzoeker) en bestuurder WA-verzekerde voertuig, hebben er nog 3 andere getuigen een verklaring afgelegd. Sterker nog, getuige 1 heeft 2 verklaringen afgelegd, waarmee het totaal op 4 komt. De getuigen stellen het volgende:
Op basis van het bovenstaande is het voor de kantonrechter onmogelijk om te beoordelen wie aansprakelijk is voor de door (verzoeker) geleden schade. Nadere bewijslevering is noodzakelijk en daar is in deelgeschil geen ruimte voor |
(2) met veroordeling van verweerder sub 2 in de kosten van de procedure. | Afwijzing van het verzoek. De deelgeschilprocedure is volstrekt onnodig of onterecht ingesteld. Een deelgeschilprocedure is te voorbarig opgestart. Gelet op het bovenstaande had het op de weg van verzoeker gelegen om een getuigenverhoor te starten. |
Interessant is hetgeen de kantonrechter nog zegt over de (inhoud van de) verklaringen zelf:
- Getuige 1 heeft 2 verschillende verklaringen afgelegd: geen bewijskracht. N.B. (verzoeker) heeft tijdens de zitting aangegeven dat de verklaringen ‘niet veel van elkaar verschillen’ en dat verklaring 2 aansluit bij hetgeen (verzoeker) stelt…
- De verklaring van getuige 3 is dermate verschillend van de andere verklaringen dat niet zonder meer van de juistheid van deze verklaring kan worden uitgegaan.