Rechtbank Amsterdam, 12 maart 2020 | |
De rechtbank oordeelt dat de automobilist volledig aansprakelijk is; aldus ook geen eigen schuld aan de zijde van de bestuurder van de motorfiets, (verzoeker). | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad,
(1) voor recht te verklaren dat (verweerder) aansprakelijk is voor de door (verzoeker) geleden en nog te lijden schade; |
Uit de vergrendelmatrix volgt dat de partijen niet gelijktijdig groen of geel gehad (kunnen) hebben. Het staat vast dat (verzoeker), die linksaf wil slaan, groen licht had.
Uit de vergrendelmatrix volgt wel dat het mogelijk is dat de een door eind geel rijdt, terwijl de ander bij start groen licht vlot weg rijdt. Gelet op het gegeven dat (verzoeker) groen had, volgt dat automobilist – komende uit tegengestelde richting, voornemens om rechtdoor te gaan over de kruising – door rood of door eind geel moet zijn gereden. Automobilist heeft verklaard dat hij zag dat het stoplicht geel werd, dat hij het verkeerslicht bij geel is gepasseerd en vervolgens rechtdoor is gereden. De rechtbank oordeelt dat het niet mogelijk is dat automobilist tegelijkertijd door geel, niet zijnde eind geel, is gereden. Met andere woorden, automobilist moet door rood zijn gereden. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat indien automobilist wel door geel zou zijn gereden, dan had hij moeten en kunnen stoppen voor geel. Het verweer van (verweerder) – een telefoonnotitie opgesteld n.a.v. een gesprek met automobilist, waaruit volgt dat het licht op geel sprong op het moment dat hij 10 meter voor het stoplicht was gekomen – faalt. Daarnaast ook geen eigen schuld aan de zijde van (verzoeker). Geen schending van de verplichting tot oplettendheid in het verkeer, waarbij van (verzoeker) verlangd mag worden dat hij tot op zekere hoogte rekening dient te houden met fouten van andere weggebruikers. (Verzoeker) mocht veronderstellen dat de kruising leeg was. Daarnaast is het logisch dat zijn focus logischerwijs linkswaarts was gericht. Niet maatgevend is of (verzoeker) vlot is opgetrokken, nu (verzoeker) onder de maximum toegestane snelheid bleef. Daarnaast ook geen andere bijzondere omstandigheden, waaruit zou volgen dat men anders had moeten optrekken. |
(2) de kosten van het deelgeschil te begroten en (verweerder) tot betaling van deze kosten te voordelen. | Geen bezwaar tegen de omvang van de gemaakte kosten, begroting conform het verzoek. (Verweerder) wordt veroordeeld tot betaling van het verzochte bedrag. |