Rechtbank Amsterdam 10 september 2020 | |
Verzoekster is door haar ex-vriend geduwd. Ex-vriend doet allerlei aannames zonder concrete onderbouwing. Zo zou het letsel in scène zijn gezet, zou verzoekster hem hebben gestalkt en zou er niet hard zijn geduwd. De rechter gaat voorbij aan de aannames en neemt aansprakelijkheid van de ex-vriend aan. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoekster verzoekt de rechtbank (…),
(1) te verklaren voor recht dat verweerder sub 1 jegens verzoekster aansprakelijk is voor de schade die zij lijdt en nog zal lijden als gevolg van zijn onrechtmatige daad jegens haar en |
(1) Vaststaat dat verweerder sub1 verzoekster heeft geduwd en verzoekster kort daarna op de grond lag. Zowel de ambulancebroeders als verweerder sub 1 hebben ter plaatse geregistreerd/verklaard dat verzoekster als gevolg van de duw door verweerder sub 1 achterover is gevallen. Objectieve en/of concrete feitelijke onderbouwing van de gestelde aannames en beschuldiging ontbreekt. Verzoekster is gevallen door duw. Aan verweerder sub 1 komt geen beroep op een rechtvaardigingsgrond toe. Hij heeft onrechtmatig gehandeld. |
(2) hem te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten. | (2) 16 uur is redelijk, geen verweer tegen de kosten € 3.872,00 + € 297,00 griffierecht; geen veroordeling in de nakosten, geen vermogensschade in de zin van artikel 6:96 lid 2 BW (artikel 289 Rv niet van toepassing in deelgeschilprocedure). |
De verklaringen van verweerder sub 1 komen met niet elkaar overeen. Verder doet hij verschillende aannames die vervolgens niet door hem worden onderbouwd door middel van bewijsstukken en/of consistente verklaringen.
De overwegingen m.b.t. de medische kant van het verhaal zijn bijzonder. De ambulancebroeders spreken over ‘mogelijk neuroletsel’. Uit het feitenrelaas volgt dat er sprake is van een hersenschudding (r.o. 2.7). Uit het verzoek volgt dat het gaat om hersenletsel (r.o. 3.2). Dat is toch echt een verschil.