LJN: BQ9096, Rechtbank Arnhem , 727900 AZ VERZ 10-7364
Deelgeschil ex artikel 1019w Rv. De kantonrechter oordeelt dat de aansprakelijkheidsvraag en de directe actie zich lenen voor behandeling in de deelgeschilprocedure. Op zichzelf staat de omstandigheid dat partijen geen noemenswaardige onderhandelingen hebben gevoerd niet in de weg aan toegang tot de deelgeschilprocedure. Aansprakelijk gestelde partijen moeten het aanhangig maken van een deelgeschilprocedure niet kunnen voorkomen door niet te reageren op correspondentie buiten rechte of te volstaan met het (ongefundeerd) betwisten van aansprakelijkheid. Anderzijds kan van verzoeker worden verwacht dat deze de naar zijn oordeel aansprakelijke partijen in kaart brengt, deze partijen aanschrijft en tracht onderhandeling met deze partijen op gang te brengen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft verzoeker in deze procedure dat onvoldoende gedaan door verweerders onvoldoende in de gelegenheid te stellen te reageren en formele verweren onvoldoende uit te diepen. Dit staat aan toewijzing van het verzoek in de weg. Het verzoek wordt afgewezen. Wel worden de door verzoeker gemaakte kosten begroot, doch niet toegewezen.
Een schot met hagel naar mogelijk aansprakelijke partijen: Het lijkt erop dat de eiser (begrijpelijk) denkt dat er toch iemand aansprakelijk moet zijn. Vandaar maar een verzoekschrift tegen iedereen…Dat vindt de kantonrechter te kort door de bocht.
In ieder geval was op het moment van het aanhangig maken van het deelgeschil geen sprake van een situatie waarin de naar het oordeel van [verzoekende partij] betrokken partijen in beeld waren, aansprakelijk waren gesteld en met die partijen de relevante stukken en argumenten waren gewisseld. Gezien het vorenstaande kan dat niet (louter) aan de houding van verweerders worden geweten.