LJN: BR0730, Rechtbank Assen , 86036 / HA RK 11-69
Verzoekster is betrokken geweest bij een ongeval. Verzekeraar heeft betaald wat men wilde betalen en betwist het overige, men wil ook verder niet onderhandelen..
Verzoekster wil: € 25000,– voorschot, meer dan € 9.000,– voor kosten ivm de procedure en nog eens ruim € 8000,– voor buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank:
Door [verzoekster] worden tal van uiteenlopende feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zij stelt recht te hebben op verdere betaling van voorschotten op vergoeding van schade. Door [verzoekster] worden echter geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat tussen haar en Unigarant sprake is van een geschilpunt dat aan het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst in de weg staat. [verzoekster] verzoekt de rechtbank uiteenlopende beslissingen te nemen waarvan zonder nadere toelichting die [verzoekster] niet geeft, voor de rechtbank niet begrijpelijk is hoe die beslissingen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst kunnen bijdragen. Een en ander klemt omdat uit het verweer van Unigarant volgt dat tussen partijen niet wordt onderhandeld en bij Unigarant ook geen bereidheid bestaat om te gaan onderhandelen, omdat de aansprakelijkheid voor de schade die [verzoekster] thans nog vergoed wil zien, in volle omvang en gemotiveerd wordt bestreden.
2.8. De rechtbank oordeelt dat met het voorgaande is gegeven dat het verzoek tegen beter weten in is ingesteld. Zij ziet daarin aanleiding om [verzoekster] in de kosten van de procedure te veroordelen.
2.9. De rechtbank begroot de kosten van Unigarant in redelijkheid op het door Unigarant verzochte bedrag van € 5.000,00. Daartoe overweegt de rechtbank dat uit de gewisselde processtukken kan worden opgemaakt dat beide partijen evenveel tijd aan deze procedure hebben besteed. [verzoekster] acht het redelijk als haar, wanneer zij in het gelijk zou zijn gesteld, een vergoeding zou toekomen ter grootte van € 9.102,61. Tegen deze achtergrond komt het door Unigarant verzochte bedrag de rechtbank als redelijk voor.
Begint de wal het schip te keren? De eerste uitspraak waarin de eisende partij in deelgeschil ook proceskosten moet betalen. Ook hier vooral veel belang voor de belangenbehartiger die meer dan 17.000,– “voor zichzelf” wil en voor de eigen cliënt € 25000,– vordert.