Rechtbank Gelderland, 16 februari 2021 | |
(verzoeker) – stukadoor, zelfstandige – valt van zijn trap door afgedekte gaten in de vloer. Zijn verweerders aansprakelijk ex art. 6:174 BW dan wel art. 6:162 BW? Het komt aan op de vraag of de stukadoor gewaarschuwd is voor gaten in de vloer. Helderheid daarover blijft uit. Afwijzing van het verzoek. | |
Verzoek | Rechtbank |
(verzoeker) verzoekt de rechtbank bij beschikking:
(1) voor recht te verklaren dat (verweerders) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het ongeval en de als gevolg van dat ongeval geleden en nog te lijden schade. |
Het staat vast dat (verweerder 1) de vloer heeft afgedekt met stucloper, waardoor de gaten in de vloer niet meer zichtbaar waren. In dat geval is het belangrijk dat de plaatsen waar de gaten in de vloer zich bevinden goed en duidelijk worden aangegeven.
(verweerder 1) stelt dat hij dit heeft gedaan door deze plaatsen te markeren met ducttape. Ter zitting betwist (verzoeker) de aanwezigheid van deze markeringen; in het verzoekschrift wordt dit juist erkend. Betwisting is onvoldoende, rechtbank gaat uit van de aanwezigheid van de markeringen. Het is van belang of (verweerder 1) (verzoeker) heeft gewaarschuwd voor de gaten in de vloer en de functie van de aangebrachte markeringen. Volgens (verweerder 2) heeft (verweerder 1) dit meermaals gedaan. (verzoeker) betwist. De rechtbank acht het antwoord op deze vraag beslissend voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Zonder duidelijkheid kan de rechtbank de verzochte aansprakelijkheid niet beoordelen. Bewijslevering – door het horen van getuigen – is noodzakelijk. Afwijzing van het verzoek. |
(2) (verweerders) hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten. | Begroting = 16:25 uur x € 235,– per uur x 21% BTW = € 4.668,08.
De rechtbank acht het aantal uur en het gehanteerde uurtarief niet bovenmatig. Begroting conform opgave, plus het griffierecht van €83,–. Geen veroordeling, nu aansprakelijkheid niet is komen vast te staan. |
Duidelijke uitspraak waarbij de rechtbank de feiten en omstandigheden op een rij zet, plus hetgeen nog onduidelijk is. Juist over de (al dan niet) gegeven waarschuwing en de functie van de markeringen is onduidelijkheid (en juist dat moet uitgezocht worden).
De rechtbank heeft alsnog de kosten begroot. Gelet op het bovenstaande had dat wellicht niet gehoeven. Was het niet (voldoende) duidelijk dat nader onderzoek geboden was?