Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Drie verschillende scenario’s mogelijk; deelgeschil leent zich niet voor nadere bewijslevering met betrekking tot toedracht – Wet Deelgeschillen

Drie verschillende scenario’s mogelijk; deelgeschil leent zich niet voor nadere bewijslevering met betrekking tot toedracht

Op 10 augustus 2018 is verzoekster als bestuurder van een auto in botsing gekomen met een rijdende vrachtwagen van de gemeente, met whiplashachtige klachten als gevolg. Ondanks twee verschillende verkeersongevallenanalyses, is de toedracht niet vast komen te staan. De verzoeken worden daarom afgewezen.

Verzoekster stelt dat de vrachtwagen achterop haar auto is gebotst, toen zij voor het verkeerslicht stond te wachten. De gemeente stelt dat verzoekster achteruit is gerold en tegen de vrachtwagen is gereden. Daarnaast zou er nog een derde scenario mogelijk zijn: verzoekster is achteruit gerold op het moment dat de vrachtwagen kwam aanrijden.

 

Conclusie is dat de verklaringen over de toedracht evenals de rapporten ongevallenanalyse niet eenduidig zijn. De rechtbank kan de toedracht en het eventuele causaal verband niet vaststellen. Aanvullend onderzoek naar de feiten is nodig. Een deelgeschil leent zich daar niet voor. De verzoeken worden afgewezen.

Veroordeling in de kosten is niet aan de orde, omdat de aansprakelijkheid van de gemeente niet is komen vast te staan.

 

Uit een overzicht blijkt dat er 14,10 uur aan dit deelgeschil is besteed. Daar bovenop komt 4 uur voor voorbereiding en bijwonen van de zitting. De urenbesteding wordt door de gemeente niet betwist. Het uurtarief van € 265,- exclusief btw wordt ook niet betwist. De rechtbank begroot de kosten op € 7.104,77 (18,10 x € 265,- + 21 % btw + € 1.301,- griffierecht).

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

afgewezen