Racefietser valt over met kabelmatten bedekte kabelgoot; gemeente als wegbeheerder aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW

Een racefietser komt ten val over een met kabelmatten bedekte kabelgoot op het fietspad. De fietser loopt daarbij een drievoudige sleutelbeenbreuk en een (lichte) hersenschudding op. In dit geval mist artikel 6:174 BW zijn toepassing. De kantonrechter is van oordeel dat de gemeente haar zorgplicht als wegbeheerder heeft geschonden en zij dus op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade.

De kantonrechter komt tot het oordeel dat de gemeente niet aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 BW, omdat de met kabelmatten bedekte kabelgoot niet behoort tot de weg(uitrusting). De constructie voldoet niet aan de eis dat deze vast en permanent is verbonden met de weg(uitrusting). De constructie lag los op het wegdek en de intentie was dat de constructie slechts tijdelijk (+/- 3 dagen) zou blijven liggen. Artikel 6:174 BW mist zijn toepassing en om die reden komt de kantonrechter niet tot de beoordeling daarvan.

De aansprakelijkheid op grond van artikel 6:162 BW wordt grotendeels beoordeeld aan de hand van de kelderluikcriteria. Voor fietsers was geen concrete aanwijzing dat zij meer dan een normale voorzichtigheid in acht moesten nemen. Er was geen enkele waarschuwing voor de aanwezigheid van de kabelgoot onder de kabelmatten. De kabelmatten waren onvoldoende voorzien van gele waarschuwingsspray en de rood-witte tape die op de kabelmatten op het voetpad gevestigd was, gaf geen waarschuwende werking voor het fietspad.

Daarnaast lijkt de kabelmat over de kabelgoot een averechts effect te hebben gehad, omdat daardoor de hoogte van de kabelgoot niet goed kon worden ingeschat. Daarnaast zou de constructie ook niet recht op de weg hebben gelegen, waardoor de kans op ongevallen zou worden vergroot. Volgens de kantonrechter wast het nemen van veiligheidsmaatregelen voor de gemeente ook weinig bezwaarlijk. Een en ander klemt nog meer omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de gebruikte kabelgoot bedoeld is voor gemotoriseerd verkeer.

De kantonrechter komt tot het oordeel dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Van eigen schuld aan de zijde van verzoeker is geen sprake.

Er is geen verweer gevoerd tegen het aantal uren, dan wel het gehanteerde uurtarief. De kantonrechter ziet geen reden de kosten ambtshalve te beoordelen.

De redelijke kosten worden begroot op 17,6 uur x € 230,00 excl. btw, vermeerderd met 21% btw. Daarbij wordt het griffierecht van € 87,00 opgeteld, zodat het totaal € 4.985,08 (incl. btw) bedraagt. De gemeente zal tot betaling van dit bedrag worden veroordeeld.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toegewezen