Opstap in ontbijtruime van 4,5 centimeter hoog leidt niet tot aansprakelijkheid van hotel gezien het geringe hoogteverschil en de getroffen voorzorgsmaatregelen

Op 16 april 2022 komt verzoekster ten val in de ontbijtruimte van The Fallon Hotel te Alkmaar, doordat zij een opstap van 4,5 centimeter niet heeft opgemerkt.

Verzoekster stelt het hotel aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 jo 6:162 BW. De rechtbank wijst het verzoek af.

De rechtbank oordeelt dat de bewuste opstap geen gebrekkige opstal is. Van een hotelgast die in de ochtend gebruik maakt van de ontbijtruimte mag worden verwacht dat hij rekening houdt met (onverwachte) obstakels, zoals een opstapje. Zeker nu het gaat om een voor eenieder kenbaar oud gebouw uit 1884. Zeker nu de ontbijtruime voor veel hotelgasten (waaronder ook verzoekster) onbekend terrein was, mag de nodige oplettendheid en voorzichtigheid worden verwacht.

Het hotel heeft genoeg voorzorgsmaatregelen genomen, door middel van het geel/zwart gekleurde lint en de metalen profielplint. Dit maakt hotelgasten actief bewust van de hoogteverschillen. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat de ruimte te donker zou zijn, waardoor de opstap niet voldoende zichtbaar zou zijn geweest.

Gezien het geringe hoogteverschil en de getroffen voorzorgsmaatregelen voeren het hotel en NN terecht aan dat het bezwaarlijk is om een oplopende drempel of een oplopend profiel en/of waarschuwingsbord te moeten plaatsen.

Bovendien blijkt niet dat eerder soortgelijke struikelpartijen hebben plaatsgevonden. Dit onderschrijft dat de kans op verwezenlijking van het gevaar van een ongeval zoals hier heeft plaatsgevonden gering is.

Verzoekster maakt aanspraak op € 10.721,46 aan (advocaat)kosten, bestaande uit een bedrag van € 320,- aan griffierecht, een bedrag van € 7.297,81 voor het opstellen van het verzoekschrift, het bestuderen van het verweerschrift en het opstellen van spreekaantekeningen en een bedrag van € 3.103,65 voor de behandeling ter zitting, reistijd, correspondentie en overleg. Daarbij is verzoekster uitgegaan van een uurtarief van € 285,- vermeerderd met 21% btw.

De rechtbank acht in deze zaak, gezien de complexiteit van het verzoek en de specialisatie en ervaring van de advocaat van verzoekster een uurtarief van € 285,- exclusief btw aanvaardbaar, al zit het wel aan de bovenkant van de gemiddelde ‘praktijkrange’.

De rechtbank matigt wel de urenbesteding naar 20 uur.

De rechtbank begroot de kosten van het deelgeschil op een totaalbedrag van € 6.897,- (= 20 uur x € 285,- x 21% btw). Dit bedrag moet worden vermeerderd met het betaalde griffierecht van € 320,-, zodat de kosten van dit deelgeschil in totaal € 7.217,- bedragen.

Omdat the Fallon Hotel en NN niet aansprakelijk gehouden worden, wijst de rechtbank dit verzoek af. 

Kosten

afgewezen<br />kosten geheel afgewezen<br />aantal uren verminderd

Resultaat

afgewezen