Groenstrook met onkruid achter parkeerautomaat zorgt niet voor gevaarzettende situatie op parkeerplaats.

Op 28 september 2019 is verzoekster gevallen op een parkeerplaats in Amersfoort. Deze parkeerplaats was niet geasfalteerd, maar verhard met grind. Verzoekster is achter de parkeerautomaat over het gras en onkruid langs gelopen. Daarbij is zij met haar voet blijven haken in het onkruid en ten val gekomen.

Verzoekster stelt de gemeente aansprakelijk op grond van artikel 6:174 en 6:162 BW, vanwege een gebrekkige inrichting van de parkeerplaats en een gevaarzettende situatie ter plaatse.

Het verzoek wordt afgewezen. De gemeente is niet aansprakelijk. 

De rechtbank oordeelt dat de groenstrook achter de parkeerautomaat geen openbare weg is, waardoor artikel 6:174 BW niet kan worden toegepast. 

Als artikel 6:174 BW wel toegepast wordt, is er (alsnog) geen sprake van een gebrekkige opstal. Het toetsingskader van artikel 6:174 en 6:162 BW zijn in grote lijnen hetzelfde: kelderluikcriteria toepassen. De rechtbank verwijst hiervoor dus naar de toetsing aan artikel 6:162 BW. 

In het kader van artikel 6:162 BW komt de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake is van een gevaarzettende situatie. 

De parkeerautomaat bevond zich niet in het gras. Alleen aan de achterkant was er een groenstrook. De parkeerautomaat was goed bereikbaar door het grind. Te verwachten is dat weggebruikers over het grind van en naar de automaat en hun auto lopen. De gemeente hoeft niet te verwachten dat gebruikers van de parkeerplaats de automaat vanaf de achterkant (door het gras/onkruid) naderen of verlaten. Hierdoor hoefde de gemeente het gras/onkruid ook niet zodanig kort te houden dat het te voet begaanbaar was. Personen die besluiten door het gras te lopen, moeten ook voorzichtig doen en goed opletten waar men loopt. De rechtbank noemt ook dat de kans op ernstig letsel als gevolg van een val op grind of gras niet groot is. 

De rechtbank vindt een urenaantal van 13 uur passen bij dit beperkte en overzichtelijke deelgeschil. De rechtbank sluit aan bij het uurtarief van € 250,-. De redelijke kosten worden begroot op € 3.932,50, exclusief het griffierecht. De gemeente wordt niet veroordeeld in betaling van de kosten, omdat zij niet aansprakelijk gehouden kan worden. 

Kosten

Resultaat