Paardrijdster loopt ernstig letsel op door opjagende hond; aandeel paardrijdster is beperkt

Een ervaren ruiter viel van haar paard nadat een loslopende hond de paarden langdurig opjoeg. De rechtbank oordeelde dat de hondenbezitter aansprakelijk is en er slechts 10% eigen schuld kan worden toegepast (via de billijkheidscorrectie), omdat het ongeval hoofdzakelijk werd veroorzaakt door de oncontroleerbare hond en niet door handelen van de ruiter.

Volgens de rechtbank is er wél sprake van eigen schuld, omdat het berijden van een paard risico’s met zich meebrengt, zeker in een hondenlosloopgebied. Deze omstandigheden liggen in de risicosfeer van verzoekster. 

De oorzaak van het ongeval ligt echter grotendeels bij het aanhoudende, onbeheerste gedrag van de hond, die niet onder appèl stond. De rechtbank weegt mee dat verzoekster geen handelingen verrichtte en dat het gaat om een buitengewone situatie en komt dan tot een causale verdeling van 80/20 in het voordeel van verzoekster. Via de billijkheidscorrecte wordt het aandeel van verzoekster verlaagd naar 10% (vanwege de ernst van het letsel en het feit dat verweerder sub 1 verzekerd is).

Verweerder sub 1 voerde verweer dat een urenbesteding van 15 à 16 uur (in plaats van 20 uur) redelijk was. De rechtbank acht een urenbesteding van 20 uur wél passend. Hoewel het niet gaat om een omvangrijk en complex deelgeschil, gaat het wel over een lastig juridisch punt. De rechtbank past geen eigen schuld korting toe op de kosten. De inzet van het deelgeschil is juist geweest om duidelijkheid te krijgen over het eigen schuld. Verweerder sub 1 en Baloise worden, hoofdelijk, tot betaling van € 7.470,00 aan verzoekster veroordeeld.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toe- en afgewezen