Juridisch causaal verband en voorschotten bevestigd, COA deels onzorgvuldig

Rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, 11 september 2025

Verzoeker werd op het COA-terrein aangereden door een golfkar. De rechtbank oordeelt dat zijn rug- en beenklachten juridisch causaal samenhangen met het ongeval. COA moet een substantieel voorschot betalen en heeft door trage en onzorgvuldige schadeafwikkeling deels onrechtmatig gehandeld, wat leidt tot vergoeding wegens secundaire victimisatie.

Subsidiair verzoek: de rechtbank wordt verzocht te bepalen dat de onder 1 en 2 genoemde stukken uiterlijk voorafgaand aan of tijdens de zitting van 10 juni 2025 in het geding worden gebracht.

De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen omdat het belang was komen te vervallen en het dossier al voldoende was aangevuld.

Subsidiair verzoek: de rechtbank wordt verzocht het COA te bevelen bewijsstukken te overleggen ter onderbouwing van de gestelde betalingen.

De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen omdat het belang was vervallen (betalingen waren inmiddels inzichtelijk en/of gedaan).

Subsidiair verzoek: de rechtbank wordt verzocht het COA te bevelen de door de rechtbank bepaalde stappen binnen bekwame tijd uit te voeren.

De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat zij geen dergelijke opdrachten kan geven binnen de deelgeschilprocedure.

Subsidiair verzoek: de rechtbank wordt verzocht te bepalen welke vervolgstappen in de schaderegeling moeten worden genomen of een stappenplan vast te stellen.

Subsidiair verzoek: de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, maar wel aanbevelingen gedaan om resterende vragen aan gezamenlijk deskundigen voor te leggen.

De rechtbank wordt verzocht te bevelen dat de kostenveroordeling binnen 14 dagen wordt betaald onder vermelding “BGK [verzoeker]”.

De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en bepaald dat betaling binnen 14 dagen moet plaatsvinden.

De rechtbank wordt verzocht alle primaire verzoeken uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor de veroordelingen betreffende het voorschot, de immateriële schadevergoeding en de proceskosten.

De rechtbank wordt verzocht de kosten van het deelgeschil te begroten op €9.994 vermeerderd met het griffierecht en het COA tot betaling te veroordelen.

De rechtbank heeft de kosten begroot op €9.986,90 en het COA tot betaling daarvan veroordeeld

De rechtbank wordt verzocht voor recht te verklaren dat het COA onzorgvuldig of onrechtmatig heeft gehandeld in het schadeproces en het COA te veroordelen tot betaling van €10.000 immateriële schade wegens secundaire victimisatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het COA onrechtmatig handelde door vertragingen in de schadeafwikkeling (vertraging 2 en 3) en heeft €750 toegekend aan immateriële schade.

De rechtbank wordt verzocht het COA te bevelen een voorschot van €15.000 op de buitengerechtelijke kosten te verstrekken.

De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het COA reeds €17.507,23 aan BGK had betaald of toegezegd.

De rechtbank wordt verzocht het COA te bevelen een voorschot van €50.000, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan verzoeker te betalen.

De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en het COA bevolen een voorschot van €50.000 te betalen, met aftrek van het reeds na de zitting betaalde bedrag van €25.000.

Kosten

kosten geheel toegewezen<br />aantal uren verminderd<br />uurtarief verlaagd

Resultaat

toe- en afgewezen

Te laat betalen is ook een vorm van letsel: COA betaalt nu voor de vertraging.