sector kanton rechtbank Haarlem, 20 juli 2011, gepubliceerd door Stichting PIV
Verzoeker heeft werkgever Koole B.V. (verweerder) aansprakelijk gesteld voor oogletsel dat bij arbeidsongeval is ontstaan. Aansprakelijkheid is betwist.
De rechtbank wordt verzocht om te bepalen dat Koole aansprakelijk is, gehouden is tot vergoeding van geleden en nog te lijden schade en Koole te veroordelen in de deelgeschilprocedurekosten.
De rechtbank oordeelt dat voor beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag nadere bewijslevering middels (voorlopig) getuigenverhoor noodzakelijk is. Dat zal de nodige tijd, moeite en kosten met zich brengen. Dit weegt niet op tegen het belang van verzoeker om over de aansprakelijkheidsvraag in dit geding uitsluitsel te krijgen.
Verder is van belang dat partijen niet hebben onderhandeld om tot een minnelijke oplossing te komen. Vereist is dat een beslissing in een deelgeschilprocedure een bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en dat er uitzicht is op buitengerechtelijke afwikkeling van de schade. Hiervoor zijn geen concrete aanwijzingen.
Het verzoek wordt afgewezen. Aangezien de aansprakelijkheid in het geheel (nog) niet vaststaat, is onzeker of er voor kostenveroordeling ex artikel 6:96 BW een grondslag bestaat en is voor begroting van kosten geen plaats.
Dit is een logische afwijzing van het verzoek. De redenering van de rechtbank dat niet vaststaan van aansprakelijkheid aan begroting van de kosten in de weg moet staan, lijkt te absoluut. In deze zaak valt het achterwege laten van kostenbegroting echter wel te billijken.