Verzoek betreft psychische klachten. Afgewezen want veel meer klachten in geschil. Toch kostenveroordeling.

rechtbank Arnhem, 7 september 2011, LJN: BU6743

Als het geschil betrekking heeft op het al dan niet ongevalsgevolg zijn van vele klachten en beperkingen, maar het verzoek beperkt zich tot psychische klachten, dan is het logisch dat het verzoek wordt  afgewezen.
Het wringt dat de kosten toch voor rekening van verweerster komen. 

Verzoekster is als automobiliste in 2006 van achteren aangereden door bij verweerster Chartis Europe SA Netherlands WAM-verzekerde auto. Aansprakelijkheid erkend. Volgens verzoekster heeft zij vele klachten en beperkingen die het gevolg zijn van dit ongeval. Verweerster heeft dit betwist en in juni 2010 de schaderegeling beëindigd.
Het verzoek strekt ertoe dat verweerster medewerking moet verlenen aan het in het kader van de verdere schaderegeling op gezamenlijk verzoek doen uitvoeren van een deskundigenonderzoek door een psychiater.

De rechtbank stelt vast dat het verzoek er niet toe strekt om een voorlopig deskundigenbericht te doen bevelen. De met een deskundigenonderzoek gepaard gaande investering in tijd en moeite wordt niet in de deelgeschilprocedure zelf gedaan en voor een beslissing op het deelgeschil is geen deskundigenbericht nodig. Dit is dus geen grond voor afwijzing van het verzoek op de voet van art. 1019z Rv.
Partijen hebben niet alleen een geschil over de vraag of de psychische klachten en beperkingen ongevalsgevolg zijn, maar ook over de vraag of dit geldt voor de overige door verzoekster gestelde klachten en beperkingen. Het is duidelijk dat met het beslechten van het onderhavige deelgeschil de weg niet zal zijn vrijgemaakt voor voor verdere schikkingsonderhandelingen en dat er onvoldoende uitzicht bestaat op een vaststellingsovereenkomst. Het verzoek wordt daarom krachtens art. 1019z Rv afgewezen.
Omdat het indienen van het verzoek en het maken van daarmee gepaard gaande kosten niet onredelijk was, vindt begroting van  deze kosten en kostenveroordeling plaats. Daarbij matigt de rechtbank het aantal uren en het uurtarief.