Rechtbank Noord-Nederland 18 januari 2018 | |
De rechtbank acht het door de verzekeraar toegekende bedrag juist op basis van de ontwikkelingen in de sfeer van immateriële schade. daarbij is voldoende rekening gehouden met de vergelijkbare zaken en een passende verhoging. | |
Verzoek | Rechtbank |
Tussen partijen voor recht te verklaren dat Univé gehouden is om ter vergoeding van de door [verzoekster] geleden en te lijden immateriële schade een bedrag van € 200.000,- aan [verzoekster] te voldoen, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, |
[verzoekster] heeft … aangegeven dat het smartengeld ook betrekking dient te hebben op het lijden van haar echtgenoot, haar kinderen en haar kleinkinderen. De rechtbank onderkent dat voor de naasten van [verzoekster] de gevolgen van het ongeval ook groot zijn en dat zij daarom ook meelijden, echter bij het begroten van het smartengeld kan met deze omstandigheid geen rekening worden gehouden nu ons recht (vooralsnog) geen grondslag kent voor een vergoeding van zogenoemde affectieschade. |
De kosten van [verzoekster] van deze procedure te begroten op een bedrag van € 7.618,64 en Univé te veroordelen die begrote kosten aan [verzoekster] te vergoeden. | Van de zijde van [verzoekster] zijn de kosten gespecificeerd en begroot op € 7.618,64, te vermeerderen met het betaalde griffierecht van € 1.545,-. Nu Univé heeft aangegeven ter zake geen verweer te voeren, zullen de kosten dienovereenkomstig worden begroot. |
Zo werkt dus een deelgeschil….Het lastige blijft natuurlijk dat dit de verzekeraar pakweg € 15.000,– kost en dan zijn we al op weg om het verschil te delen, maar dat is een begrijpelijke consequentie van het systeem.