Rechtbank Rotterdam, 15 december 2021 | |
Arbeidsongeval, fysieke klachten na jarenlang werkzaam in de chemie. Vordering ex-werknemer is niet verjaard: een expliciete stuitingshandeling is geen vereiste. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:
(1) te verklaren dat de vordering van (verzoeker) niet is verjaard; |
Arbeidsongeschiktheid vanaf januari ’13, 1e aansprakelijkstelling begin december ’13, 2e aansprakelijkheid medio oktober ’15. Vanaf dat moment vindt er voortdurend correspondentie plaats tussen (verzoeker) en Achmea, AVB-verzekeraar. Laatstgenoemde stelt dat er sprake is van verjaring, nu (verzoeker) van oktober ’15 tot oktober ’20 geen stuitingshandeling heeft verricht. (Verzoeker) had moeten laten weten dat hij verzekerde en/of verzekeraar in rechte zou gaan betrekken.
Dat is echter geen vereiste voor een stuitingshandeling. Het moet gaan om een mededeling waaruit Achmea kan afleiding dat er nog wat komt en dat de verzekeraar beschikking houdt over het bewijsmateriaal, opdat hij of zij zich tegen een (mogelijke) vordering kan verweren. Het gaat om de context en de overige omstandigheden van het geval. Daar valt ook de correspondentie tussen partijen onder en daar is – van oktober ’15 tot oktober ’20 – in ieder geval voldoende sprake van geweest. Geen enkele keer mocht Achmea er van uitgaan dat ‘de kous af was’, dan wel dat men ‘het hierbij zou laten’. |
(2) de kosten te begroten en Achmea) te veroordelen in deze kosten. | Verzoek: 10 uur x € 240,- x 21% BTW = € 2.904,-. Begroting conform verzoek. Aantal uur komt redelijk voor, het uurtarief is niet bovenmatig. Geen aansprakelijkheid en dus ook geen veroordeling. |
Zie wat dit betreft ook het arrest van de Hoge Raad van 4 oktober 2019. In deze kwestie is er echter nu nog geen duidelijkheid omtrent de gestelde aansprakelijkheid van de ex-werkgever…