Aanrijding vuilnisman – auto (185 WVW). 70% van schade toewijsbaar na billijkheidscorrectie.

Rechtbank Gelderland 25 november 2013
[verzoeker] was die ochtend aan het werk als vuilnisman. De vuilniswagen werd bestuurd door de heer [bestuurder], voerde zwaailicht en bevond zich tegen de middenstreep van de weg aan. [verzoeker] is bij het terugplaatsen van een container aan de overzijde van de straat, waarbij hij die container voor zich uitduwde, (via de container) aangereden door de bij Delta Lloyd verzekerde, door L.M. [betrokkene] bestuurde personenauto, die de vuilniswagen tegemoet kwam rijden uit de richting van Doornenburg. [verzoeker] heeft bij het ongeval letsel opgelopen.
Verzoek Rechtbank
voor recht zal verklaren dat Delta Lloyd jegens [verzoeker] aansprakelijk is voor de volledige schade die [verzoeker] ten gevolge van het ongeval heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden  De rechtbank is van oordeel dat de fouten van [verzoeker] en [betrokkene] in gelijke mate aan de schade hebben bijgedragen. De vraag is vervolgens of de billijkheid, abstraherend van de aan een motorvoertuig inherente gevaren, eist dat meer dan de helft van de schade voor rekening van Delta Lloyd wordt gelaten. In dat verband is het volgende van belang. In de mate van verwijtbaarheid ziet de rechtbank geen aanleiding voor een billijkheidscorrectie. De verwijtbaarheid van de over en weer gemaakte fouten is van dezelfde orde van grootte.

Hoewel partijen over de precieze ongevalsgevolgen verschillen kan wel worden vastgesteld dat [verzoeker] als voetganger door een auto is aangereden, waarbij hij een verrekte knieband heeft opgelopen en als gevolg waarvan hij in zijn functie van vuilnisman vanwege rug- en knieklachten arbeidsongeschikt is verklaard. Herintegratiepogingen in andere functies zijn op niets uitgelopen. Het bezwaar van [verzoeker] tegen het besluit zijn ziektewetuitkering met ingang van 17 juli 2012 te beëindigen is gegrond verklaard. Volgens het besluit op bezwaar was de verzekeringsarts van mening dat [verzoeker] op 17 juli 2012 nog niet in staat was om zijn arbeid te verrichten. Verder is van belang dat [verzoeker], in ieder geval mede als gevolg van het ongeval, onder behandeling staat van een psycholoog en heeft gestaan van een fysiotherapeut. Ook zonder bewijslevering dient dan geconcludeerd te worden dat de gevolgen van het ongeval voor [verzoeker] duidelijk ingrijpend zijn.Verder is van belang dat aan de zijde van [betrokkene] een verzekering(splicht) bestaat voor schade als de onderhavige.

Naar het oordeel van de rechtbank eist de billijkheid vanwege deze omstandigheden dat 70% van de schade voor rekening van Delta Lloyd wordt gelaten. In zoverre is het verzoek onder a) toewijsbaar. Gelet op het voorgaande is bewijslevering niet nodig. Er bestaat daarom geen aanleiding het verzoek vanwege een disbalans tussen kosten en baten van de verzochte beslissingen (in de zin van Kamerstukken II, 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 18) op de voet van artikel 1019z Rv af te wijzen, zoals Delta Lloyd heeft opgeworpen.

Delta Lloyd zal veroordelen deze schade volledig, althans voor dat deel dat de rechtbank in goede justitie juist acht, aan [verzoeker] te vergoeden, en voorts Toewijzing van het verzoek onder b) is niet nodig omdat Delta Lloyd tot schadevergoeding bereid is. Ter zake van het verlangde voorschot, het verzoek sub c), geldt het volgende.
Delta Loyd zal veroordelen als voorschot op deze schadevergoeding aan [verzoeker] een bedrag te betalen van € 10.000,00, althans het bedrag dat de rechtbank in goede justitie juist acht,met begroting van en veroordeling in de proceskosten. Anders dan Delta Lloyd opwerpt kan op de voet van 1019w Rv ook worden beslist over een voorschot op schadevergoeding. Verwezen zij naar de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II, 2007-2008, 31 518, nr. 3, p. 14 en 16). Voldoende aannemelijk is dat een nader voorschot [verzoeker] beter in staat zal stellen de onderhandelingen voort te zetten en dat dat in zoverre bij zal dragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

De toewijsbaarheid van de grootste schadeposten (die ter zake van verlies aan arbeidsvermogen, smartengeld en kosten huishoudelijke hulp) is voor een groot deel ervan afhankelijk dat ook het voortduren van de klachten een gevolg is van het ongeval. Tussen partijen is echter in geschil of het voortduren van de klachten van [verzoeker] als een ongevalsgevolg kan worden aangemerkt. Op basis van de gegevens die in deze procedure zijn gebracht kan de rechtbank dat niet vaststellen. Artikel 1019z Rv staat eraan in de weg dat de rechtbank zich door een deskundige laat voorlichten. Thans is zodanig onzeker dat Delta Lloyd uiteindelijk – rekening houdend met een vergoedingsplicht van 70% – meer dan de € 6.500,00 die is bevoorschot aan schadevergoeding verschuldigd is, dat het opleggen van een voorschot (van € 10.000,00) niet aan de orde is. Het daartoe strekkende verzoek zal worden afgewezen

verzoeker] heeft verzocht de kosten van de werkzaamheden van zijn advocaat te begroten tegen een uurtarief van € 225,00, inclusief 5% kantoorkosten, exclusief btw. Delta Lloyd vindt dat tarief fors. Zij heeft terecht niet bepleit dat het onredelijk hoog zou zijn. Van dit tarief wordt uitgegaan.

In totaal wenst [verzoeker] 25 uur en 30 minuten aan werkzaamheden van zijn advocaat begroot te zien, te vermeerderen met de tijd die met het bijwonen van de zitting is gemoeid die de rechtbank begroot op 2 uur inclusief reistijd. [verzoeker] heeft de werkzaamheden deugdelijk gespecificeerd. Delta Lloyd werpt op dat onredelijk veel tijd is besteed, zeker voor een gespecialiseerd advocaat. Waar het efficiënter kon heeft Delta Lloyd niet concreet aangegeven. Maar bijvoorbeeld in totaal 6 uur voor het voorbereiden van de zitting, exclusief 2½ uur voor het opstellen van pleitnotities komt de rechtbank inderdaad overmatig voor. Al met al acht de rechtbank in deze zaak ten hoogste een tijdsbesteding van 18 uur nog redelijk.

De begroting sluit dan op een bedrag van € 4.975,50, inclusief het griffierecht ad € 75,00. Omdat Delta Lloyd aansprakelijk is en 70% van de schade dient te vergoeden zal zij, zoals [verzoeker] klaarblijkelijk heeft beoogd te verzoeken, worden veroordeeld tot betaling van 70% van de aldus begrote kosten.

Verzoeker heeft geen voorrang verleend bij het overstreken van de straat en krijgt 50% eigen schuld toebedeeld. Vanwege de ingrijpende gevolgen van het ongeval  acht de rechtbank toch dat 70% van de schade voor rekening van Delta Lloyd dient te komen.