Rechtbank Noord-Holland | |
Verzoekster stond in 2013 onder behandeling van een longarts in verband met COPD. In 2015 werd een tumor in de longen van verzoekster geconstateerd. De tumor bleek in 2013 al aanwezig. Het Spaarne heeft aan verzoekster reeds een bedrag van € 45.000,- betaald aan immateriële schadevergoeding. Verzoekster verzoekt een aanvullende immateriële schadevergoeding, dat wordt afgewezen. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoekster verzoekt de rechtbank, in haar gewijzigde verzoek, bij beschikking te bepalen dat het Spaarne binnen vijf dagen na de beschikking aan haar:
(1) een bedrag van € 100.000,- als slotbetaling voldoet; |
De rechtbank neemt het geschil in behandeling aangezien een oordeel over de vraag of het Spaarne een slotbetaling dient te doen bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
(1) Partijen zijn gebonden aan het rapport van – door partijen gezamenlijke benoemde – dr. Aerts. Uit het rapport blijkt niet welke stadiëring de tumor in 2013 had en hoe dr. Schade de stadiëring in 2013 heeft vastgesteld. De rechtbank acht de stelling dat door het delay de kans op het krijgen van de recidive van longkanker is vergroot onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is onvoldoende gebleken dat verzoekster door het delay een verhoogde kans heeft op het krijgen van andere kankersoorten. Daarom is de rechtbank van oordeel dat het betalen van een hogere immateriële schadevergoeding – dan de € 45.000,- die verzoekster thans heeft gehad – Niet in de rede ligt. Het verzoek wordt dan ook afgewezen. |
(2) de kosten van de rapportages van dr. Roggeveen en dr. Schade voldoet;
(3) de kosten van de procedure voldoet; (4) de kosten van de procedure van € 5.867,52 aan haar voldoet. |
(2)(3)(4) Het Spaarne heeft geen verweer gevoerd tegen de kosten van de procedure á € 5.867,52 (waarin zijn begrepen de nota’s van dr. Schade en dr. Roggeveen). In dit bedrag werd uitgegaan van € 275,- per uur, exclusief 21% BTW en een tarief voor reistijd van € 100,- per uur. Advocaat van verzoeker heeft 14,5 uur besteed aan de behandeling van het dossier en een reistijd van 1,5 gehad.
De rechtbank acht de kosten redelijk en begroot de kosten van het deelgeschil op een bedrag van € 5.867,52 en veroordeelt het Spaarne in deze kosten. |