Aansprakelijkheid voor letselschade in een sport- en spelsituatie.

Rechtbank Amsterdam 3 oktober 2013
Sport- en spelsituatie. Verzoeker is tijdens een golftoernooi in zijn gezicht geraakt door een door verweerder geslagen golfbal. Verweerder heeft de in de golfsport geldende veiligheidsnormen geschonden en verzoeker behoefde deze onzorgvuldige gedraging en het onnodige gevaar dat dientengevolge ontstond niet te verwachten. Het handelen van verweerder heeft de verhoogde aansprakelijkheidsgrens die geldt voor sport- en spelsituaties overschreden en wordt onrechtmatig geacht jegens verzoeker. Geen sprake van eigen schuld. Verweerder is aansprakelijk voor de door verzoeker geleden schade.
Verzoek Rechtbank
te verklaren voor recht dat verweerder aansprakelijk is voor de door verzoeker geleden schade. De rechtbank overweegt dat [verweerder 1], door af te slaan zonder dat hij de bel drie keer had horen klinken, een specifiek voor hole 9 van [plaats golftoernooi] geldende regel heeft overtreden die gericht is op het voorkomen van letsel zoals zich dat in het onderhavige geval heeft voorgedaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker 1] onweersproken gesteld dat een bel een gebruikelijk communicatiemiddel is om ongevallen als het onderhavige te voorkomen, dat op golfbanen overal ter wereld wordt gebruikt. Ingevolge deze gedragsregel moet worden gewacht tot de bel is geluid, ongeacht de wachttijd. [verweerder 1] heeft erkend dat hij bekend is met dit communicatiemiddel.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verweerder 1] de in de golfsport geldende veiligheidsnormen heeft geschonden en daarmee het risico heeft genomen dat zijn bal een andere golfer zou raken. De stelling van [verweerder 1] dat hij zich niet bewust was van het gevaar van zijn afslag doet daar, gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden, niet aan af. Het handelen van [verweerder 1] valt buiten de regels van de golfsport – waarin de deelnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het naleven van de (veiligheids)regels – en daarmee buiten de normaal aanvaardbare risico’s van het spel.

en om de kosten van het deelgeschil te begroten conform zijn opgave De rechtbank overweegt dat op de voet van artikel 1019aa Rv in beginsel begroting dient plaats te vinden van de kosten die [verzoeker 1] heeft gemaakt in het kader van de deelgeschilprocedure. Daarbij dient de rechter de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets te hanteren: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvan is gelet op het voorgaande echter geen sprake. De rechtbank zal derhalve overgaan tot begroting van de kosten van de behandeling van het verzoek op de voet van artikel 1019aa Rv en ziet geen aanleiding om partijen de gelegenheid te geven zich dienaangaande nogmaals uit te laten.Gelet op de betrekkelijke eenvoud van het verzoek, de in de pleitnota opgenomen herhalingen uit het verzoekschrift en het gehanteerde hoge uurtarief van mr. Wegerif, dat impliceert dat zij een ervaren advocaat is, acht de rechtbank dat niet redelijk. De rechtbank zal de aan het opstellen van de pleitnota bestede uren derhalve matigen tot 3,5 uur en het deel van de gemaakte kosten dat in redelijkheid ten laste van [verweerders] dient te komen, begroten op EUR 4.964,10 (EUR 3.065,10 + 8 uur x EUR 204,00), inclusief EUR 267,00 aan griffierecht.
 verweerder in deze kosten te veroordelen  Nu de aansprakelijkheid van [verweerder 1] vast staat, zal de rechtbank [verweerders], overeenkomstig het verzoek daartoe van [verzoeker 1], veroordelen tot betaling van de met het deelgeschil gemoeide kosten, zoals hiervoor onder 4.21 door de rechtbank begroot.

Eén van de 10 gouden veiligheidsregels binnen de golfsport geeft aan: “We spelen veilig golf en roepen “Fore!” indien het gevaar bestaat dat een geslagen bal spelers, toeschouwers of baanpersoneel zal raken”. Deze regel is natuurlijk niet zomaar opgenomen. Evenals het risico dat een voetbalspeler loopt om een trap te krijgen, bestaat binnen de uitoefening van de golfsport het risico/gevaar dat een speler kan worden geraakt door een golfbal. In de onderhavige zaak is het dan ook best opmerkelijk te noemen dat binnen deze sport- en spelsituatie, waar geen grove en opzettelijke overtreding is gemaakt en waarbij wel een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel gold,  toch de aansprakelijkheid door de rechtbank is aangenomen. Kortom een arbitraire beslissing van de rechtbank, maar ach daar zijn rechters rechter voor….