Rechtbank Den Haag, 22 januari 2019 | |
Door a.s.r. is aansprakelijkheid voor de gevolgen van een achteropaanrijding erkend. Partijen twisten kennelijk over causaal verband. De reeds gedane voorschotten op de schade en de buitengerechtelijke kosten zijn volgens verzoeker onvoldoende. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoeker verzoekt (…),
(1) te bepalen dat a.s.r. alle buitengerechtelijke kosten betaalbaar dient te stellen en deze kosten vast te stellen op € 4.276,68 (inclusief 21% btw en 6% kantoorkosten), te vermeerderen met de wettelijke rente; |
(1) Er is € 10.777,31 betaald in verband met de buitengerechtelijke kosten en € 10.484,00 uitgekeerd aan verzoeker. Er is 42 uur gedeclareerd. Zaak is niet omvangrijk of complex. Aansprakelijkheid is direct erkend en schade voor zover in causaal verband met het ongeval is vergoed.
Declareren van secretariële werkzaamheden (ook indien geen secretariaat aanwezig is) tegen advocatentarief voldoet niet aan de dubbele redelijkheidstoets. Veelvuldig contact: Inefficiënt handelen doorstaat de redelijkheidstoets niet, omdat handelingen niet als redelijkerwijs noodzakelijk kunnen worden aangemerkt. Kosten bovenmatig hoog. De redelijke kosten zijn door a.s.r. voldaan. Verzoek afgewezen. |
(2) te bepalen dat a.s.r. binnen 5 dagen na datum van de beschikking aan verzoeker een aanvullend voorschot voldoet van € 1.000,00 en verzoeker op adequate wijze, maandelijks, dient te bevoorschotten met een redelijk bedrag totdat een eindregeling is bereikt; | (2) Stelling financiële problemen zonder onderbouwing van schade. Verzoek afwezen i.v.m. onvoldoende onderbouwd. |
(3) met begroting en veroordeling van a.s.r. in de kosten van dit geding begroot op € 3.918,34 en € 79,00 vanwege griffierecht, de kosten van de rechtsbijstand te vermeerderen met de wettelijke rente. | (3) Afwijzing van verzoek lag voor de hand. Verzoek volstrekt onnodig ingesteld. Kosten afgewezen. Ook geen kostenbegroting. |
Het ligt op de weg van verzoeker om zijn schade te onderbouwen. Het enkel stellen van financiële problemen is niet voldoende om aan te nemen dat er sprake is van schade. Wat betreft de buitengerechtelijke kosten vindt de rechter 42 uur voor een niet omvangrijke en niet complexe zaak bovenmatig hoog.