rechtbank Maastricht 16 februari 2011, LJN: BP4792
In 2002 is verzoeker gewond geraakt bij een aanrijding. Verweerster Univé heeft als WA-verzekeraar van auto aansprakelijkheid erkend. Volgens verzoeker is enige geschilpunt de vraag of hij aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan. Hij verzoekt de rechtbank om te bepalen dat dit het geval is en dat Univé wordt veroordeeld in de kosten van het verzoek.
De rechtbank deelt het standpunt van Univé dat er nog een geschilpunt is, namelijk of er sprake is van schade wegens verlies aan verdienvermogen; zijn er zodanige beperkingen dat verzoeker als gevolg van het ongeval arbeidsongeschikt is geworden? Dit geschilpunt is door verzoeker niet als deelgeschil voorgelegd, zodat daarop niet kan worden beslist. Univé stelt terecht dat een beslissing over het voorgelegde geschilpunt partijen niet zal leiden tot hervatting van de gestaakte onderhandelingen. Er is dus geen perspectief op het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst. Het verzoek is prematuur, zodat verzoeker daarin niet-ontvankelijk wordt verklaard. De niet-ontvankelijkheid betekent dat de kosten op nihil moeten worden begroot. Er is geen wettelijke basis voor de door Univé verzochte proceskostenveroordeling.
In deze zaak resulteert het buiten beschouwing laten van een ander, wezenlijk geschilpunt in niet-ontvankelijkheid en blijft verzoeker zitten met zijn eigen kosten. De rechtbank zegt in feite dat oplossing van het geschilpunt dat wél is voorgelegd geen stap oplevert naar een vaststellingsovereenkomst. Dan is een deelgeschil dus niet nuttig. Het is dus belangrijk om goed te bedekenken waarvoor een deelgeschil aanhangig wordt gemaakt.