Arbeidsongeval; stroomschok vanwege losse kabel. Werkgever is o.g.v. art. 7:658 BW aansprakelijk

Rechtbank Gelderland, 28 april 2017

Werknemer krijgt bij aanvang van zijn werkzaamheden een elektrische schok van 380 Volt. Anderhalve week later wordt (verzoeker) onwel en wordt hij -met een herseninfarct- opgenomen in het ziekenhuis. De werkgever wordt aansprakelijk gesteld o.g.v. art. 7:658 BW. De kantonrechter is van oordeel dat (verweerder sub 1) aansprakelijk is: de werkgever heeft zijn zorgplicht jegens de werknemer geschonden.

Verzoek Rechtbank

(Verzoeker) verzoekt de kantonrechter:Voor recht te verklaren dat (verweerder sub 1) aansprakelijk is voor de schade die (verzoeker) lijdt als gevolg van het ongeval

Bij twijfel omtrent de oorzaak van het gebrek aan de airco-installatie had het op de weg van (verweerder sub 1) gelegen om onderzoek te laten verrichten naar de oorzaak van het ongeval, hetgeen (verweerder sub 1) heeft nagelaten.

De kantonrechter acht in dit verband van belang dat (verweerder sub 1) bekend was met het feit dat 380 Volt op de airco-installatie zou komen te staan op het moment dat de stroom erop zou worden gezet. Voor (verweerder sub 1) was dan ook voorzienbaar dat een fout in de bekabeling grote gevolgen zou kunnen hebben en er aldus sprake zou kunnen zijn van een gevaarlijke situatie. Daarnaast was ook bekend dat de werkzaamheden die horen bij het elektrotechnisch installeren van de airco-installatie -door (opdrachtgever)- waren uitbesteed aan (Duitse onderneming).

De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is welke veiligheidsmaatregelen van (verweerder sub 1) als werkgever kunnen worden gevergd. Gesteld noch gebleken is dat (verweerder sub 1) enigerlei afspraken heeft gemaakt met (Duitse onderneming) of met (opdrachtgever) omtrent de controle van de bekabeling voordat er stroom op zou worden gezet. Dat deze controle (verweerder sub 1) extra tijd zou kosten, omdat daarvoor de airco-installatie open moet worden gemaakt, is geen reden om niet te voldoen aan de op haar rustende zorgplicht.

Dat er geen controle heeft plaatsgevonden, betekent voor  (verweerder sub 1) dat zij in haar afweging van de door haar te verstrekken beschermingsmiddelen -rubberen handschoenen en matten- moet meenemen dat er geen controle heeft plaatsgevonden. Er waren aldus betere maatregelen mogelijk, waarbij het nemen van deze maatregelen van (verweerder sub 1) kon worden gevergd.

Naleving van de zorgplicht had het ongeval (of althans de gevolgen daarvan) kunnen voorkomen. Dat brengt aansprakelijkheid van de werkgever met zich.

 

(2) de kosten van dit deelgeschil te begroten en

(3) (verweerders c.s.) te veroordelen in de kosten van deze procedure.

(Verzoeker) heeft de kosten gesteld op € 8.161,67. Daarbij heeft (verzoeker) een uurtarief gehanteerd van € 265,00 exclusief kantoorkosten en 21% BTW. De kantonrechter is van oordeel dat een uurtarief van € 230,00, te vermeerderen met 6 % kantoorkosten en 21% BTW als redelijk aangemerkt moet worden.

Het totaal aantal begrote uren komt uit op 23,90 uur. Naar het oordeel van de kantonrechter is, gelet op de aard van de zaak, een tijdsbesteding van 18 uur voor dit deelgeschil (inclusief de zitting) redelijk te noemen.

De kantonrechter begroot de kosten dan ook op € 5.388,95 (18 uur x € 230,00 x 6% kantoorkosten x 21% BTW + het betaalde griffierecht van € 79,–).

In het midden blijft de vraag of (Duitse onderneming) een fout heeft gemaakt. Voordat (verzoeker) een schok kreeg, waren de airco-installaties door medewerkers van (Duitse onderneming) elektronisch geïnstalleerd. Voor (verweerder sub 2) is deze vraag -voor verhaal/regres- natuurlijk van belang.