Autobus beschadigt spiegel: dat maakt letselschade niet erg aannemelijk en bewijslevering valt buiten bestek deelgeschil

Rechtbank Amsterdam 30 juni 2016
Beschadigt bus alleen spiegel of is er veel meer en zelfs letselschade aan de orde? Letsel onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is nader onderzoek noodzakelijk voor de toedracht en de ernst van de aanrijding en het csqn-verband. Dat valt echter buiten het bestek van de deelgeschilprocedure.
Verzoek Rechtbank
 voor recht verklaart dat VGA aansprakelijk is voor de letselschade die [verzoekster] als gevolg van de aanrijding van 25 november 2011 (de rechtbank begrijpt 2010) heeft geleden en lijdt en VGA veroordeelt om tezamen met [verzoekster] over te gaan tot het regelen van de betreffende schade;  Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank van oordeel is dat er thans onvoldoende bewijs is voor de door [verzoekster] gestelde toedracht en ernst van de aanrijding en het conditio sine qua non-verband tussen de aanrijding en het gestelde letsel. Er is dan ook nader onderzoek noodzakelijk om vast te kunnen stellen of VGA aansprakelijk kan worden gehouden voor het door [verzoekster] gestelde letsel. Een dergelijk onderzoek valt echter buiten het bestek van de deelgeschilprocedure, aangezien het zich niet verdraagt met het uitgangspunt dat de deelgeschilprocedure eenvoudig, snel en kostenefficiënt dient te zijn. De hiervoor in rechtsoverweging 4.2. opgenomen belangenafweging dient derhalve naar het oordeel van de rechtbank in het nadeel van [verzoekster] uit te vallen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van [verzoekster] zich niet leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Dat leidt tot afwijzing van het verzoek van [verzoekster]
 VGA veroordeelt tot betaling van de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv, begroot op (naar de rechtbank begrijpt) € 7.032,49, te vermeerderen met de wettelijke rente.  Gelet op de in productie 9 vermelde tijdsbesteding gemoeid met ‘voorbereiden zitting’, ‘voorbespreking zitting’, ‘zitting’, ‘reistijd’ en ‘overige werkzaamheden’ begroot de rechtbank de kosten van dit deelgeschil op 7,5 uur × € 240,00 te vermeerderen met 21% BTW, te weten € 2.178,00 aan advocaatkosten, vermeerderd met € 204,00 aan griffierecht. Gelet hierop worden de kosten op de voet van artikel 1019aa Rv begroot op € 2.382,00.

Nu de aansprakelijkheid van VGA voor het door [verzoekster] gestelde letsel in de onderhavige zaak niet vast staat, zal het verzoek van [verzoekster] om VGA te veroordelen in deze kosten worden afgewezen.

De vraag kan rijzen of bij niet vaststaand letsel verzoekster wel ontvankelijk moet worden beschouwd…letsel wordt betwist en betoogd kan worden dat alleen als letsel vaststaat de deelgeschilprocedure kan worden gebruikt.