Rechtbank Amsterdam 15 januari 2015 | |
Om het haar van een klant te bleken worden waterstofperoxide en een climazonkap gebruikt. Hoewel niet zeker is welk % waterstofperoxide is gebruikt ligt daar volgens de rechtbank niet a priori de fout. De fout ontstaat pas nadat de klant met klachten onder de climazonkap wordt weggehaald en er ondanks een plekje op de hoofdhuid toch wordt doorgegaan met de behandeling. Hieruit is tenminste enige mate van schade ontstaan. In welke mate kan de rechtbank niet zeggen nu de klant pas na 3 weken een arts heeft bezocht. | |
Verzoek | Rechtbank |
I voor recht te verklaren dat de kapperszaak door het tekortkomen in de nakoming van de verbintenis doordat niet met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend kapster kan worden verwacht, aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door blonderen wat tot derdegraads verbranding en verwijdering van hoofdhuid heeft geleid. | I Nadat de klant pijnklachten meldde en onder de climanzon werd weggehaald had de kapster toen zij het rode plekje op de hoofdhuid zag niet door mogen gaan met de behandeling het haar te bleken. Daarin is de beroepsfout gelegen, niet in het enkele gebruik van waterstofperoxide (ook al is het gebruikte % door de Rechtbank een aanname) en de climazon kap. Omdat de klant pas na 3 weken naar een arts is gegaan, is niet vast te stellen wat de gevolgen van de beroepsfout zijn geweest op de gestelde schade. De rechtbank verklaart daarom voor recht dat de kapperszaak aansprakelijk is voor de door de beroepsfout geleden en te lijden schade. Het ligt in de rede dat een deskundige wordt aangezocht. |
II de kapperszaak te veroordelen in de kosten van het deelgeschil | II De rechtbank brengt het aantal bestede uren naar beneden van 24,8 naar naar 16,5, omdat zij besteding van meer dan 6 uren aan een verzoekschrift niet redelijk vindt. |