De aard van een deelgeschilprocedure verzet zich tegen (uitvoerige) bewijsvoering

Rechtbank Rotterdam 28 december 2018
Werknemer loopt op zijn werk beenletsel op als een slijptol terugslaat en in zijn been belandt. Werknemer en werkgever zijn het over ‘alles’ oneens: de toedracht, de omstandigheden, de invulling van de zorgverplichting en de vraag of sprake is van relevant blijvend letsel.
Verzoek Rechtbank
I voor recht te verklaren dat verweerster aansprakelijk is voor de geleden schade als gevolg van het ongeval Gegeven de uiteenlopende standpunten kan zonder verder bewijs de exacte feitelijke toedracht en de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden, niet worden vastgesteld. Daardoor is ook geen antwoord te geven op de vraag of verweerster aansprakelijk is. Een deelgeschilprocedure biedt eenvoudige en snelle toegang tot de rechter en verzet zich in de aard tegen een uitvoerige bewijsvoering. Er is geen reden om daar in deze van af te wijken, en  daarom wijst de kantonrechter de verklaring voor recht af.
II verweerster te veroordelen in de proceskosten Omdat verzoeker in redelijkheid had kunnen bevroeden dat het zou aankomen op (uitvoerige) bewijslevering is de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht gestart. De kantonrechter wijst daarom ook het verzoek tot vergoeding van de kosten af.

Zo zou het toch moeten horen. Als duidelijk is dat er geen beslissing genomen kan worden, ook geen vergoeding van kosten en zou het niet rechtvaardig zijn als in dat soort gevallen de verweerder iets terugkrijgt van de kosten?