Achteropaanrijding met onduidelijke toedracht, dan dus afwijzing verzoek

Verzoekster wordt van achteren aangereden op de snelweg. Partijen verschillen van mening over de exacte toedracht. De rechtbank komt tot de conclusie dat bewijslevering noodzakelijk is voordat inhoudelijk op de verzoeken kan worden beslist. De verzoeken worden afgewezen omdat een beslissing onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Verzoekster stelt dat zij al enkele minuten op de linkerbaan reed alvorens zij van achteren werd aangereden. Zij onderbouwt deze stelling met haar eigen verklaring en foto’s van de schade aan de voertuigen.

Verweerder betwist deze lezing en stelt dat verzoekster direct na het invoegen op de snelweg naar de linkerbaan is geschoven. Vanwege de (lage) snelheid van verzoekster en de korte afstand tussen de voertuigen was een aanrijding onvermijdelijk.

Er is te weinig (overtuigend) bewijs voorhanden om de gestelde toedracht van verzoekster op voorhand als bewezen te achten.

Bij deze stand van zaken dient verzoekster in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld bewijs te leveren voor haar lezing.

In dit verzoek ligt besloten dat het beroep van verweerder op eigen schuld van verzoekster niet slaagt. Ook hier is bewijslevering vereist om op de verzoeken en verweren van partijen te beslissen.

De rechtbank matigt het aantal uren aan ’10-minutenmutaties’ van 8 uur en 30 minuten naar 3 uur en 10 minuten. De totale kosten worden daarmee begroot op € 5.338,59 (15,67 uur x € 265,00 + 21% btw + griffierecht).

Kosten

aantal uren verminderd

Resultaat

afgewezen

Onvoldoende overtuigend bewijs voor gestelde toedracht. Geen inhoudelijke beslissing van de rechtbank.