Beroep op blokkeringsrecht leidt niet tot bevel medewerking aan deskundigenonderzoek

Als gevolg van een verkeersongeval in 2019 kampt verzoeker met aanhoudende lichamelijke en psychische klachten. Partijen hebben gezamenlijk besloten een psychiatrische expertise te laten verrichten. Na  ontvangst van het concept-rapport heeft verweerder een beroep gedaan op zijn blokkeringsrecht. Verweerder heeft vervolgens laten weten geen medewerking te zullen verlenen aan een nieuw psychiatrisch onderzoek.

De rechtbank wijst het verzoek van verweerder af. Een beslissing op het verzoek kan niet bijdragen een de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen.

De reden dat er geen expertiserapport op tafel ligt, komt doordat verzoeker zich heeft beroept op zijn blokkeringsrecht. Verweerder heeft tot dat punt meegewerkt aan de onderzoeken, maar heeft nu aangegeven dat zij onvoldoende vertrouwen heeft in een nieuw onderzoek. Er is een kans aanwezig dat verzoeker zich wederom beroept op zijn blokkeringsrecht.

De rechtbank stelt dat het benoemen van een nieuwe deskundige meer thuis hoort bij een voorlopig deskundigenbericht in plaats van een deelgeschil. Daarnaast is het onvoldoende duidelijk dat partijen het over het overige (waaronder de gestelde lichamelijke klachten) wel eens zijn. De rechtbank concludeert hieruit dat een beslissing niet bijdraagt aan een oplossing.

Ook bij het afwijzen van een verzoek moet de rechtbank de kosten begroten op basis van art. 6:96 BW. Verweerder stelt dat zowel het uurtarief als de bestede uren, bovenmatig is.

De rechtbank vindt het uurtarief van € 295, – excl. BTW redelijk. Slechts op de bestede uren voor het opstellen van het verzoekschrift wordt naar beneden bijgesteld. De rechtbank begroot de kosten op € 5.457,50 excl. BTW. De griffierechten worden begroot als kosten van het deelgeschil en verweerder wordt veroordeeld in de kosten daarvan.

Kosten

aantal uren verminderd

Resultaat

afgewezen