Beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar

Asbestzaak, waarbij verzoeker in ’70  en ’71 als monteur gewerkt heeft bij een rechtsvoorganger van verweerster. Diagnose maligne mesothelioom in ’21. Verweerster doet een beroep op de absolute verjaringstermijn, wat volgens de rechtbank in dit specifieke geval onaanvaardbaar is.

Beoordeling van de zaak a.d.h.v. arrest Hoge Raad van 28 april 2005, met 7 gezichtspunten, voor de vraag of een beroep op de absolute verjaringstermijn o.g.v. art. 6:2 BW onaanvaardbaar is.

Toewijzing verzoek:

  • (a) Het gaat om een concreet bedrag aan schade.
  • (b) Weliswaar is er een andere uitkering, maar dit is een voorschot. Bij gebleken aansprakelijkheid moet dit worden terugbetaald.
  • (c) Verweerster kan geen ernstig verwijt gemaakt worden, maar wel enig verwijt. Ook in ’70 en ’71 was het al geruime tijd bekend dat asbest gevaarlijk kan zijn. Verzoekster heeft voldoende gesteld dat hij geen beschikking had over PBM’s, dat er geen sprake was van ventilatie en dat verweerster hem nooit gewezen heeft op de risico’s.
  • (d) Voorstelbaar dat verweerster op enig moment aansprakelijk gehouden zou kunnen worden door een ex-werknemer.
  • (e) Gelet op het voorgaande had verweerster bewijsmateriaal kunnen vastleggen of bewaren. Dat heeft ze niet gedaan, waardoor zij wellicht in bewijsnood verkeert. Dit is voor de kantonrechter niet van doorslaggevend belang ten gunste van het beroep op verjaring
  • (f) Onduidelijk of er dekking is op een polis, wellicht niet. Desalniettemin is niet aannemelijk gemaakt dat verweerster zelf de schade niet kan dragen.
  • (g) Verzoeker heeft telkens binnen redelijke termijn e voor zover van hem verlangd kon worden actie ondernomen.

Conclusie: zodanige uitzonderlijke omstandigheden dat het beroep van verweerster onaanvaardbaar is.

Verzoek: 22 uur x € 275,– x € 21% BTW. Begroting conform verzoek.

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

toegewezen

Natuurlijk altijd verdrietige zaken. Voorzichtige uitlatingen over de gestelde aansprakelijkheid a.d.z.v. werkgever. Definitieve oordeel daarover wordt niet gegeven – werd ook niet verzocht – maar het is klaarblijkelijk wel aan de werkgever om de voorshands aannemelijk lezing van verzoeker over zijn werkzaamheden en werkomstandigheden te weerleggen. Die werkgever is onverzekerd en onderzoek naar de situatie destijds is natuurlijk een probleem. Is dat nu werkelijk iets wat ten nadele van werkgever moet worden uitgelegd bij iemand die twee jaar bij werkgever heeft gewerkt en inmiddels 80 jaar is? Zie ook een ander deelgeschil: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2023:5543