Bromfietser aansprakelijk voor schade van opzittende elektrische fiets

Rechtbank Rotterdam, 8 april 2025

Het gaat hier om een ongeval op een voetpad, waar de fietser (verzoeker) gebruik van mocht maken en de bromfietser niet. De rechtbank komt tot de conclusie dat de bromfietser aansprakelijk is, behoudens eventueel later te bewijzen eigen schuld aan de zijde van de fietser.

Verzoeker verzoekt de rechtbank te bepalen dat:

(1) bromfietser aansprakelijk is voor het ontstaan van het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade

Verzoeker meent dat de bromfietser aansprakelijk is omdat de bromfietser reed op een voetpad, terwijl dat allen was toegestaan voor voetgangers en fietsers, waaronder begrepen e-bikers.

Toewijzing van het verzoek. Het onderbord ex art. 67 Rvv laat duidelijk zien wie wel/niet gebruik mag maken van het voetpad. In dit kader is het verschil tussen bromfietsers en elektrische fietsen van belang: andere snelheden zijn mogelijk, helmplicht, verplichte WA-verzekering, afhankelijkheid van trapaandrijving, afwijkende bevoegdheden en andere geboden. Kortom, sprake van een verkeersfout en een CSQN. De verkeersfout is een onmisbare schakel voor het ontstaan van het ongeval.

Unigarant – WA-verzekeraar – stelt dat er sprake is van eigen schuld aan de zijde van verzoeker. De bromfietser kwam namelijk van rechts. Verzoeker komt met een gemotiveerde betwisting. De vraag of dit voldoende is, kan niet zonder nadere bewijslevering worden beantwoord.

Conclusie, toewijzing verzoek, maar geen onvoorwaardelijke 100% aansprakelijkheid, gelet op de opmerking t.a.v. eventuele eigen schuld.

(2) de kosten (voorwaardelijk) te begroten en Unigarant in de kosten te veroordelen.

Verzoek = 12,8 uur x € 215,– x 21% BTW + Griffierecht. Uurtarief conform werkafspraken Verbond en LSA. Uurtarief kan nog worden aangepast, maar dat staat een begroting o.b.v. het huidige gehanteerde tarief + veroordeling niet in de weg.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toegewezen

Bijzondere beschikking, in die zin dat geoordeeld wordt waar de rechtbank over kan oordelen zonder nadere bewijslevering. In feite krijgt Unigarant een bewijsopdracht mee t.a.v. eventuele eigen schuld a.d.z.v. verzoeker. Verder is opvallend dat aansluiting wordt gezocht bij de gemaakte werkafspraken t.a.v. de kosten, die op dát moment van toepassing zijn.