Exploitant kermisattractie aansprakelijk voor letselschade minderjarig kind

Op een lopende band in kermisattractie ‘New York New York’ is (minderjarige) tegen val gekomen. Hierbij is zijn hand klem komen te zitten tussen de band en de vloer, met letselschade als gevolg. Verzoekster – wettelijke vertegenwoordiger van (minderjarige) – meent dat er aansprakelijkheid is, aangezien er sprake is van een gebrekkige roerende zaak. De attractie voldeed onder meer niet aan de vereisten van het Warenbesluit attractie- en speeltoestellen, de WAS. De rechtbank gaat hierin mee en komt tot aansprakelijkheid aan de zijde van de exploitant.

Het gaat hier om de vraag of de betreffende attractie voldeed aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mocht stellen. De ‘Kelderluik-criteria’ dienen getoetst en ingevuld te worden aan relevante regelgeving: de normen en veiligheidseisen die volgen uit de WAS. 

Van belang hierbij is dat de attractie was toegestaan voor zeer jonge kinderen: minderjarige was ten tijde van het ongeval 3 jaar oud. Dat de attractie uitvoerig is getest en periodiek werd gekeurd door een keuringsinstantie, brengt niet met zich mee dat de attractie niet gebrekkig kan zijn geweest. Dat ook de inspecteurs van de NVWA niet tot de conclusie zijn gekomen dat het toestel niet gebrekkig was, brengt hier geen verandering in teweeg.

Relevant is juist dat getroffen veiligheidsmaatregelen om de loopband tijdig stil te kunnen zetten onvoldoende zijn gebleken. Contact maken met de kassamedewerker voor hantering van de 1e noodstop verliep moeizaam, waardoor het hoe dan ook enige tijd duurde voordat de band zou zijn gestopt. De 2e noodstop zat op een niet adequate plaats en de 3e noodstop – de sensor onder de loopband – werkte kennelijk niet afdoende. Daarmee is sprake van een gevaar voor de veiligheid van bezoekers, wat maakt dat de zaak gebrekkig is. 

Verder ontbrak het aan een degelijke instructie – zeker bij ouders met jonge kinderen – en ook van toezicht was geen sprake. 

Verzoek: 30,5 uur x € 285,– per uur x 21% BTW + griffierecht = € 10.517,92. 

De rechtbank komt tot een matiging van het aantal uur, gelet op de inhoud van het verzoekschrift: 15 pagina’s, veel citaten uit documenten en/of rapportages, enkele grotendeels lege pagina’s en enkele pagina’s t.a.v. de kosten. Ook de zitting duurde minder lang. 

De rechtbank komt tot 22,5 uur, wat een totaal maakt van € 8.090,13. Aansprakelijkheid is gegeven, dus volgt ook een veroordeling. 

 

Kosten

aantal uren verminderd

Resultaat

toegewezen

Heldere beschikking van de rechtbank, waaruit volgt dat het echt dient te gaan om concrete veiligheidsmaatregelen om een ongeval te kunnen voorkomen. In dit geval ging het dan om de 1e, 2e en 3e noodstop, met de conclusie dat geen enkele noodstop adequaat werkte. Verwijzing door verweerder naar keurings- en NVWA-rapportages - 'mijn attractie heeft de keuring doorstaan' - is onvoldoende.