Gedeeltelijke schadevergoedingsplicht na ongeval leidt niet tot kostenveroordeling

Er heeft een botsing plaatsgevonden tussen twee auto’s. Partijen zijn verdeeld over wie er voorrang had moeten verlenen. Verzoekster vindt dat de verzekerde van NN voorrang had moeten verlenen, omdat hij afsloeg, uit een uitrit kwam en met het invoegen een bijzondere verrichting deed. NN betwist dat en meent dat het juist verzoekster was die voorrang had moeten verlenen, omdat zij een uitrit uitreed en subsidiair omdat de botsing plaatsvond op een gelijkwaardige kruising en de verzekerde van NN van rechts kwam.

Van een invoeg-situatie of van rechtsafslaan door de verzekerde van NN is volgens de rechter geen sprake. De verzekerde van NN vervolgde zijn weg. Dat die weg in een bocht loopt betekent niet dat hij afsloeg. De weg was volgens de rechter ook niet herkenbaar als uitrit. Een kleurverschil in de bestrating is daarvoor niet genoeg. 

Verzoeker meende verder nog dat de verzekerde van NN voorrang moest verlenen omdat hij haaientanden had. Die haaientanden stonden voor een fietspad vlak voor de kruising waarop het ongeval plaatsvond, maar golden niet voor de betreffende kruising. 

De rechter komt tot de conclusie dat de kruising gelijkwaardig was en dat verzoekster de verzekerde van NN eigenlijk voorrang had moeten geven. 

Aan de hand van het schadebeeld komt de rechter echter ook tot de conclusie dat verzoekster al (in ieder geval deels) op de kruising reed toen de verzekerde van NN tegen haar aanreed. Hij had zijn auto op tijd moeten kunnen stoppen. Dat kon hij niet en dat is niet goed. Daarom oordeelt de rechter dat beide bestuurders gelijke schuld hebben aan het ontstaan van het ongeval en dat de schade 50/50 moet worden verdeeld.

Het verzochte voorschot kan niet worden toegewezen, omdat het gestelde letsel en de gestelde schade in het geheel niet zijn onderbouwd.

Omdat de vordering zelf voor het overgrote deel is afgewezen wordt ook de verzochte kostenveroordeling afgewezen. De kosten worden wel begroot op € 2.668,05 (iets minder dan 11 uur, voor € 245 per uur). Er wordt ook rekening gehouden met € 186,76 aan kantoorkosten. 

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

toe- en afgewezen

Het is bijzonder dat - ondanks een gedeeltelijke schadevergoedingsplicht - er geen (gedeeltelijke) kostenveroordeling plaatsvindt. Vooral ook omdat de rechter dat zo nadrukkelijk koppelt aan het feit dat onderbouwing van schade achterwege is gebleven,