Matiging aantal uur deelgeschil gelet op geringe complexiteit van de zaak

Rechtbank Rotterdam, 13 december 2024

Achteropaanrijding, personenbus vs. personenauto, waarbij erkenning aansprakelijkheid en betaling voorschotten lang op zich laat wachten, zonder nadere uitleg. Wat volgt is een deelgeschilprocedure. Toewijzing van alle verzoeken, met wel een matiging van het aantal uur kosten deelgeschil.

Verzoeker verzoekt de rechtbank:

(a) voor recht te verklaren dat NBM aansprakelijk is

Toewijzing verzoek. Per mail werd namens NBM al aangegeven dat aansprakelijkheid niet wordt betwist.

(b) NBM te veroordelen om een voorschot onder algemene titel te betalen van € 2.500,–

Toewijzing verzoek incl. wettelijke rente. Voldoende aannemelijk dat de schade > € 2.500,–. NBM heeft dat ook niet betwist. Pas na indiening van het verzoek werd aangegeven dat het voorschot betaald zal worden.

(c) NBM te veroordelen om een voorschot op de BGK te betalen

Toewijzing verzoek incl. wettelijke rente. NBM heeft de kosten niet betwist en – in reactie op verzoekschrift – toegezegd over te zullen gaan tot betaling.

(d) de kosten deelgeschil te begroten en NBM in de kosten te veroordelen. 

Verzoek = 10,7 uur x € 250,– x 21% BTW en griffierecht.

Er waren terechte gronden om over te gaan tot het opstarten van een deelgeschilprocedure. DEKRA – gemachtigde van NBM – heeft in het buitenrechtelijke traject toch echt de nodige steken laten vallen. Maandenlang heeft men niets laten horen, kennelijk onder druk van een (nadere) zitting heeft men betalingen aangekondigd.

Het aantal uur is dan wel onredelijk, gelet op het feit dat NBM al had aangegeven dat de aansprakelijkheid niet wordt betwist. Het is dan – in een zaak met een geringe complexiteit – niet nodig om ruim 3 pagina’s te spenderen aan een uiteenzetting over het ongeval.

Begroting = 7 uur x € 250,– x 21% BTW en griffierecht.

Kosten

aantal uren verminderd

Resultaat

toegewezen

Heldere beschikking, waarbij duidelijk is geworden dat er enerzijds adequaat en juist gehandeld moet worden in de buitengerechtelijke fase, maar dat er anderzijds ook geen vele pagina’s geschreven hoeven te worden over een onderwerp wat geen onderwerp (van discussie) meer is.