Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Onvoldoende bewijs om aanvullend voorschot verlies verdienvermogen te kunnen vaststellen; rechtbank wijst verzoek af. – Wet Deelgeschillen

Onvoldoende bewijs om aanvullend voorschot verlies verdienvermogen te kunnen vaststellen; rechtbank wijst verzoek af.

Verweerster heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. De medische causaliteit staat ook vast. Partijen verschillen van mening over al dan niet betalen van een aanvullend voorschot op de door verzoekster geleden schade voortvloeiend uit het verlies aan verdienvermogen. De rechtbank komt op basis van de huidige bewijsstukken tot de conclusie dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een aanvullend voorschot te kunnen vaststellen. Verzoek wordt afgewezen.

Het gevorderde voorschot betreft de reeds verschenen schade bestaande uit verlies aan verdienvermogen van verzoekster over de periode 2015-2020.

Verweerster betwist de hoogte van het door verzoekster gevorderde verlies aan verdienvermogen. Volgens haar is het niet aannemelijk dat verzoekster een inkomen ter hoogte van het Nederlandse minimum loon zou hebben verdiend, althans dat er te veel onduidelijkheden zijn betreffende haar verdiencapaciteit.

Op dit moment is er onvoldoende informatie beschikbaar om te kunnen beoordelen of de schade die verzoekster als gevolg van het ongeval heeft geleden, hoger is dan het verstrekte voorschot. Op basis van de huidige bewijsstukken kan niet worden vastgesteld of verweerster ook daadwerkelijk fulltime zou hebben gewerkt. De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster daarom af.

Omdat de definitieve hoogte van de schade nog niet vaststaat, kan ook niet worden vastgesteld of de bij verweerster in rekening gebrachte bgk kosten redelijk zijn als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Het verzoek wordt afgewezen.

Verzoekster stelt dat haar advocaat 47,8 uur heeft besteed aan de behandeling van het dossier. De rechtbank matigt de uren en begroot de in redelijkheid bestede tijd op 35,7 uur. Rekening houdend met het uurtarief worden de kosten begroot op een bedrag van €9.719,32 (+ € 309,- griffierecht). Omdat verweerster aansprakelijkheid heeft erkend, veroordeelt de rechtbank verweerster tot het betalen van de deelgeschilkosten.

Kosten

aantal uren verminderd

Resultaat

afgewezen