Partijen niet gebonden aan rapportage die berust op betwiste wezenlijke feiten

Verzoekster is in 2001 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Partijen hebben meerdere onderzoeken laten uitvoeren (neuroloog, verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige). Verzoekster werkt als zelfstandig logopediste. Verzoekster wenst het rapport van de arbeidsdeskundige als uitgangspunt te nemen voor de berekening van haar schade. Partijen zijn echter niet gehouden aan het rapport omdat de arbeidsdeskundige zijn rapport heeft gebaseerd op wezenlijke feitelijke veronderstellingen waarover partijen twisten.

(1) Afgewezen. De vraag hoeveel uren verzoekster ten tijde van het ongeval werkte en hoeveel uren zij nadien heeft gewerkt, is geen vraag die aan de arbeidsdeskundige ter beantwoording kan worden voorgelegd.

(2) Toegewezen. Verzoekster maakt aanspraak op 1,5 uur vergoeding ten aanzien van de huishoudelijke hulpbehoefte. Verzoekster moet meer van haar vrije tijd opofferen om de huishoudelijke taken te kunnen uitvoeren. Dat is op geld waardeerbaar.

(3) Kostenveroordeling wordt maar voor 1/3 toegewezen. Tegen de begrote kosten is geen verweer gevoerd. Wel volledig begroot.

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

toe- en afgewezen

Niet alleen dient een deskundigenrapport onpartijdig, consistent, inzichtelijkheid en logisch te zijn, ook dient het rapport te zijn gebaseerd op wezenlijke feitelijke veronderstellingen waarover overeenstemming tussen partijen dient te bestaan. Het gaat het bestek van de deelgeschilprocedure te buiten om over die wezenlijke feitelijke veronderstellingen te beslissen.