Skicentrum aansprakelijk voor schade van cursist omdat geen helm werd gedragen; aan Kelderluik-criteria voldaan

Rechtbank Midden-Nederland, 1 mei 2024

Verzoeker komt tijdens een indoor skiles ten val, droeg geen helm en komt bij de val met zijn hoofd op de skimat of achterrol van de skimat terecht. Verzoeker loopt daarbij letsel op. De rechtbank is van oordeel dat het indoor skicentrum aansprakelijk is voor schade van verzoeker. Het indoor skicentrum heeft nagelaten actief toe te zien op het opvolgen van het advies  een helm te dragen en de cursisten daadwerkelijk te adviseren een helm te dragen.

De rechtbank wordt verzocht

(1) Voor recht te verklaren dat het indoor skicentrum aansprakelijk is voor de volledige geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval;

De vraag die voorligt is of het skicentrum door het nalaten van het treffen van bepaalde veiligheidsmaatregelen een gevaarzettende situatie in het leven heeft geroepen en daarmee onzorgvuldig heeft gehandeld.

De baan wordt machinaal voortgedreven en een cursist heeft slechts in beperkte mate invloed op de snelheid. Dit vormt een gevaarlijke situatie en de waarschijnlijkheid van onoplettendheid en onvoorzichtigheid is groot. Daarnaast stopt de baan niet automatisch als iemand ten val komt en als een cursist zijn of haar balans verliest is de kans groot dat hij/zij ten val komt. De gevolgen van zo’n val kunnen zeer ernstig zijn, zeker gelet op de situatie dat geen van de cursisten een helm droeg. Het skicentrum had ervoor kunnen kiezen een helmplicht in te voeren en op de naleving daarvan toe te zien. Het skicentrum heeft onvoldoende veiligheidsmaatregelen genomen.

Dit brengt met zich dat is voldaan aan de Kelderluik-criteria en dat het nalaten van het skicentrum onrechtmatig is. Het skicentrum is aansprakelijk voor de schade van verzoeker.

(2) Het skicentrum te veroordelen tot vergoeding van de volledige materiële en immateriële schade die verzoeker heeft geleden;

De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van eigen schuld aan de zijde van verzoeker. Dat sprake is van een sport waarbij het risico op vallen aanwezig is, maakt niet dat op het skicentrum geen zorgvuldigheidsverplichting rust.

De door verzoeker geleden schade dient volledig te worden toegerekend aan het feit dat het skicentrum niet heeft voldaan aan haar zorgvuldigheidsverplichting.

(3) De kosten voor de behandeling van het deelgeschil te begroten op € 6.806,25, te vermeerderen met het griffierecht.

Ondanks het ontbreken van een urenspecificatie acht de rechtbank een totaal van 25 bestede uren niet bovenmatig. De rechtbank ziet geen aanleiding de kosten te matigen. Dit betekent dat de kosten van het deelgeschil worden begroot op een totaalbedrag van € 7.120,25 (inclusief btw en griffierecht).

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toegewezen