Verzekeringsfraude waarna verzekeraar terecht de onderhandelingen mocht afbreken

Nadat diverse inconsistenties en discrepanties werden geconstateerd gedurende de schaderegeling, werden namens verzekeraar huisbezoeken afgelegd, waarna ook een onderzoeksbureau werd ingeschakeld, t.a.v. de verklaringen van verzoeker. Conclusie: verzekeringsfraude, waarna verzekeraar de onderhandelingen ex art. 10 lid 5 WAM heeft afgebroken. De kantonrechter oordeelt dat dit eenzijdig afbreken niet onredelijk of onaanvaardbaar is.

Het betreft hier een persoonlijk onderzoek, waar verzoeker overigens toestemming voor heeft gegeven, onder meer na een afgelegd huisbezoek en een anonieme tip die was binnengekomen bij het CBV. In de visie van de kantonrechter was dat onderzoek meer dan terecht, voldeed het onderzoek aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit en was er voor a.s.r. voldoende redenen om de onderhandelingen ex art. 10 lid 5 WAM af te breken.

In dat kader is relevant dat er een redelijk vermoeden van verzekeringsfraude was ontstaan, gedurende het schaderegelingsproces. De stelling van verzoeker dat er contact met hem opgenomen had moeten worden, passeert de kantonrechter, te meer ook omdat er in het verleden meermaals contact heeft plaatsgevonden met betrokkene, waarbij hij zijn verhaal tegenover een door a.s.r. ingeschakelde schaderegelaar juist en volledig kon doen. Dat heeft verzoeker alleen niet gedaan. Verder worden de conclusies inhoudelijk ook niet betwist, waarmee verzoeker de juistheid van die conclusies lijkt te onderschrijven. a.s.r. mocht de resultaten dan ook gebruiken voor het afbreken van de onderhandelingen. 

Volstrekt onnodig en onterecht ingediend verzoek. Het standpunt van a.s.r. moet voor verzoeker voldoende duidelijk zijn geweest, daar waar de conclusies inhoudelijk ook niet worden betwist. Processuele opstelling speelt in deze ook mee, aangezien gelet op de competentie van de rechtbank – sector kanton – er met de verzochte kosten deelgeschil weinig tot niets voor verzoeker zelf zou overblijven. 

Kosten

kosten niet begroot

Resultaat

afgewezen

Heldere beschikking van de kantonrechter, zeker t.a.v. het gestelde onrechtmatige onderzoek, Een proceskostenveroordeling in een zaak als deze zou toch echt op zijn plaats zijn. Het is juist dat art. 1019aa Rv regelt dat de kosten van deelgeschil worden begroot - tenzij natuurlijk volstrekt onnodig ingediend, zoals in deze zaak - maar voor een proceskostenveroordeling van beschikkingen met de waarde van een tussenvonnis zou toch ruimte moeten zijn.