Verzoek tot schadevergoeding na fietsongeluk afgewezen wegens uitritsituatie

Rechtbank Midden-Nederland, 9 april 2025

Verzoekster vordert schadevergoeding na een fietsbotsing, stellend dat zij voorrang had doordat er sprake zou zijn van een gelijkwaardige kruising. De rechtbank wijst dit af: De verzoekster kwam uit een uitrit en had daarom voorrang moeten verlenen. De wederpartij is niet aansprakelijk.

Verzoekster verzoekt de rechtbank om:

1) voor recht te verklaren dat de wederpartij aansprakelijk is voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade;

Dit verzoek werd afgewezen. Verzoekster kwam vanuit een uitrit de weg op fietsen. Op grond van artikel 54 RVV had zij daarbij voorrang moeten verlenen aan de wederpartij. Er was géén sprake van een gelijkwaardige kruising of bijzondere voorrangssituatie. De wederpartij hoefde dus geen voorrang te verlenen.

2)een verklaring voor recht dat SOM gehouden is een schadevergoeding te betalen;

Dit verzoek werd afgewezen. Omdat geen aansprakelijkheid van de wederpartij is vastgesteld, is SOM niet verplicht tot rechtstreekse betaling aan verzoekster.

3)SOM te veroordelen in de kosten van het deelgeschil, €6.922,95.

De rechtbank begroot de kosten op het volledige bedrag van € 6.922,95 (20,83 x €270,00. vermeerder met 21% btw en €331,- aan griffierecht), maar veroordeelt SOM niet tot betaling, doordat aansprakelijkheid niet is vastgesteld. 

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

afgewezen