Verzoeker geen partij in BGK-discussie vanwege akte van cessie

Verzoeker heeft in maart 2021 letsel opgelopen bij een ongeval. Verweerder heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. 9 maanden na het ongeval is verzoeker overgestapt naar een nieuwe gemachtigde (Fides). Partijen hebben door middel van een akte van cessie aanspraken op vergoedingen van de buitengerechtelijke kosten overgeheveld naar Fides. Laatstgenoemde heeft hiermee een rechtstreeks vorderingsrecht op verweerder.

De schade van verzoeker is tussen partijen vastgesteld op € 14.000, -. De buitengerechtelijke kosten zijn niet volledig vergoed.

De rechtbank oordeelt dat bij de akte van cessie, zowel het vorderingsrecht als ook het incassorisico is overgeheveld. Dit betekent dat verzoeker niet langer partij is in deze discussie. Nu de rechtbank heeft gesteld dat Fides de partij is met een vordering, moet zij vervolgens vaststellen dat Fides niet-ontvankelijk is in deze procedure. Immers, zij valt niet onder de genoemde personen als bedoeld in lid 2 van artikel 1019w RV.

De rechtbank oordeelt verder dat de vordering van verzoeker niet toewijsbaar zou zijn geweest, omdat er reeds overeenstemming was over de hoogte van de schadevergoeding van verzoeker. Een beslissing op het verzoek zou niet bijgedragen hebben aan het doel van de deelgeschilprocedure; het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van een minnelijke regeling.

De rechtbank veroordeelt Fides in de proceskosten van Achmea. Zij begroot deze kosten op € 498 en de na dit vonnis ontstane kosten begroot op € 18, – aan salaris van de gemachtigde.https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2023:224

Kosten

Resultaat

niet-ontvankelijjk