Vordering ‘fraudeur’ jegens WA-verzekeraar is ex art. 6 WAM verjaard

Rechtbank Den Haag, 5 december 2024

Achteropaanrijding, waarna verzoekster ervoor kiest om de schaderegeling via de SVI-verzekeraar te laten lopen. Na afbreken schaderegeling door i.v.m. geconstateerde fraude, klopt verzoekster (pas) aan bij de WA-verzekeraar. Het vorderingsrecht uit hoofde van de WAM was toen allang verjaard.

Verzoekster verzoekt de rechtbank:

(1) te verklaren voor recht dat de vordering niet is verjaard.

De verjaringstermijn vangt aan op de dag van het ongeval: 30 mei 2014. De vordering dan verzoekster is dan op 30 mei 2017 verjaard. Op 13 februari 2023 heeft zij zich pas tot de WA-verzekeraar gewend (en dat is veel te laat).

Er is geen sprake van stuiting ex art. 3:318 BW. Erkenning WA-verzekeraar jegens de SVI-verzekeraar voor wat betreft de voertuigschade leidt niet tot stuiting van de vordering van verzoekster. De SVI-verzekeraar kon ook niet als ‘vertegenwoordiger’ van de WA-verzekeraar gezien worden: dat ligt ook niet voor de hand, gelet op de belangen. Art. 10 lid 4 WAM is niet van toepassing op aanspraken geldend in SVI-kwesties. Ten slotte is er ook geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden die gelet op de redelijkheid en billijkheid een verlenging van de verjaringstermijn rechtvaardigen. Wat dat betreft is onder meer relevant dat verzoekster al die tijd werd bijgestaan door een advocaat.

Afwijzing verzoek, toewijzing tegenverzoek: verklaring voor recht dat de vordering is verjaard.

(2) de kosten te begroten en de WA-verzekeraar te veroordelen in de kosten.

Verzoek: = € 15.800,– (40 uur x € 395,– x 21% BTW). Matiging aantal uur, matiging uurtarief. Niet is inzichtelijk gemaakt welk deel ziet op eerdere correspondentie.

Begroting = € 5.220,50 (15 uur x € 270,– x 21% BTW). Afwijzing verzoek, geen veroordeling.

Kosten

aantal uren verminderd<br />uurtarief verlaagd

Resultaat

afgewezen

Heldere uitspraak die laat zien dat een benadeelde – ook al loopt de zaak bij de SVI-verzekeraar – de verjaring op tijd en rechtsgeldig dient te stuiten t.a.v. de WA-verzekeraar. Dat werd in deze zaak alles behalve gedaan.
Dat na vastgestelde fraude er wellicht toch een probleem is als het gaat om schadeomvang behoefde dus niet aan de orde te komen. Mevrouw zal zelf het vrij exorbitante uurtarief van haar advocaat moeten voldoen(?)