Vuurwerkongeval in Callantsoog: rechtbank wijst aansprakelijkheid vriend af

[Verzoeker] liep ernstig letsel op door een vuurwerkexplosie. Hij stelde zijn vriend [verweerder] aansprakelijk op basis van art. 6:173 en 6:162 BW omdat die vriend dat stuk vuurwerk had gegeven. De rechtbank oordeelde dat geen sprake was van een gebrekkige zaak of onrechtmatig handelen.

De rechtbank oordeelde dat [verweerder] niet langer als bezitter van het vuurwerk kon worden beschouwd op het moment dat hij het aan [verzoeker] had overhandigd. [Verzoeker] nam het vuurwerk mee met de intentie het af te steken, wat betekende dat [verweerder] zijn bezit had verloren.

et vuurwerk voldeed niet aan de definitie van een gebrekkige zaak. Er was geen bewijs dat het vuurwerk defect was of niet voldeed aan de eisen die men daaraan mag stellen.

[Verzoeker] voerde aan dat het vuurwerk illegaal en gebrekkig was, maar kon dit niet onderbouwen. Er was geen bewijs dat het ging om zwaar illegaal vuurwerk of dat langdurige opslag in het dashboardkastje de veiligheid had beïnvloed.

De rechtbank oordeelde dat [verweerder] door het overhandigen van het vuurwerk geen gevaarzettende situatie creëerde. Het enkele overhandigen van vuurwerk aan een volwassen vriend, zonder specifieke gevaarlijke omstandigheden (zoals beschonkenheid of minderjarigheid), werd niet als onzorgvuldig of gevaarlijk gezien.

Proceskosten werden begroot op € 5.057,15 (inclusief griffierecht), maar betaling werd afhankelijk gesteld van toekomstige aansprakelijkheidsvaststelling.

Kosten

kosten toegewezen, maar geen veroordeling

Resultaat

afgewezen