Rechtbank Amsterdam, 25 november 2020 | |
Schaderegeling moet in kwestie geacht te worden zijn afgerond, aangezien er door (verweerder sub 2) betalingen zijn verricht en er geen onderhandelingen meer gevoerd worden. Afwijzing van het verzoek. | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt de kantonrechter om, uitvoerbaar bij voorraad:
(1) voor recht te verklaren dat (verweerder sub 2) op adequate wijze – aldus maandelijks – dient te bevoorschotten op de BGK; |
De zaak leent zich niet voor een deelgeschilprocedure. Aansprakelijkheid is vrijwel onmiddellijk erkend waarna de schade steeds op basis van voorschotten (in totaal € 5.500,00 tot op heden) aan (verzoeker) is betaald. Alleen over de elektrische driewieler heeft enige discussie bestaan, maar ook daarvoor geldt dat – ondanks dat nadere medische onderbouwing niet werd geleverd – (verweerder sub 2) 2/3 van de gestelde aanschafwaarde heeft vergoed. Daar werd vervolgens door (verzoeker) niet meer op gereageerd.
Er worden geen onderhandelingen meer gevoerd. Het gaat slechts nog om buitengerechtelijke kosten: dan is er in feite sprake van een incasso. Daarvoor is de deelgeschilprocedure niet bedoeld. |
(2) (verweerder sub 2) te veroordelen tot betaling van de onbetaald gebleven BGK; | Afwijzing verzoek. Zie het bovenstaande. |
(3) veroordeling van (verweerder sub 2) in de proceskosten, t.w.v. € 6.517,50 | Afwijzing verzoek. Zie het bovenstaande. |
Het ‘bijzondere’ is dat de kantonrechter de ‘standaard-overwegingen’ omtrent de begroting van de kosten van de procedure (en de veroordeling in die kosten) achterwege laat, in die zin dat het erop lijkt dat de rechter meent dat het verzoek volstrekt onnodig en onterecht is ingediend, maar dat dit als zodanig niet wordt genoemd. Wellicht dat het beter was om hier toch iets over te zeggen, gelet ook op de chronologisch gerangschikte feiten en het aantal uren dat gemoeid is met het opstellen van het verzoekschrift: 29,5 uur.