Deskundigenrapporten niet bindend: verzoek afgewezen. Wel veroordeling in begrote kosten.

rechtbank Rotterdam 7 november 2012, LJN: BY2564
In 1997 is auto woning verzoekers (echtpaar) binnengereden, terwijl zij zich elders in de woning bevonden. Aansprakelijkheid erkend. Verzoekers in 2001 onderzocht door in gezamenlijke opdracht partijen ingeschakelde psychiater (persoon 1 genoemd), die komt voor beiden tot PTTS. Volgens deze deskundige in 2011 nog steeds PTTS. Verweerster oneens met diagnose. Rechtbank oordeelt dat rapporten niet bindend zijn. Ondanks afwijzing verzoek wel veroordeling in begrote kosten. 
Verzoek Rechtbank
Voor recht verklaren dat de rapporten van [persoon 1] tussen partijen bindend zijn en dat er op basis van deze rapportages een medisch causale relatie bestaat tussen de klachten en daaruit voortvloeiende beperkingen van [verzoeker 1] c.s. en het ongeval. De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak aan Reaal niet de mogelijkheid behoort te worden onthouden om de rapporten van [persoon 1] door een ander onafhankelijk psychiater te doen beoordelen voordat een oordeel wordt geveld over de vraag of de rapporten van [persoon 1] tot uitgangspunt moeten strekken bij de verdere beoordeling – in of buiten rechte – van de schadeclaims van [verzoeker 1] c.s. Hiervoor zijn onder meer de volgende omstandigheden redengevend: –  de gerapporteerde bevindingen inzake [verzoeker 1] en [verzoeker 2] zijn zowel voor wat betreft de voorgeschiedenis, de initiële klachten/verschijnselen, het beloop daarvan alsmede de actuele symptomatologie welhaast gelijk, zonder schijnbare individuele verschillen. –  de antwoorden op de vragen zijn voor het grootste deel identiek; –  de rapporten bevatten geen duidelijke separate anamnese van de actuele situatie; –  er bestaan opvallende verschillen tussen de voorgeschiedenis zoals door [persoon 1] beschreven en de door de behandelend psychiater [persoon 4] verstrekte informatie over de voorgeschiedenis; –  over de periode voor het ongeval is nauwelijks medische informatie beschikbaar; –  de klachten verminderen niet, noch bij [verzoeker 1], noch bij [verzoeker 2], integendeel, terwijl dit wel in de lijn der verwachting lag gezien de aangegeven problematiek en de mogelijkheden tot therapie.

Dat de rapporten van [persoon 1] op een zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen in die zin dat partijen en hun adviseurs opmerkingen hebben kunnen maken bij de deskundige naar aanleiding van zijn concept-rapportages en [persoon 1] hierop -in voorkomend geval- heeft gereageerd, kan aan dit oordeel niet afdoen. Dit geldt tevens voor de omstandigheid dat Reaal de eerste rapportages van [persoon 1] eerst geruime tijd na het verschijnen daarvan heeft bekritiseerd. In ieder geval maakt die omstandigheid niet dat Reaal haar recht heeft verwerkt om thans de inhoud van dat rapport en de gebodenheid daaraan ter discussie te stellen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van [verzoeker 1] c.s. dient te worden afgewezen.

Begroting van en veroordeling van Reaal in de kosten van het geschil. De rechtbank begroot de kosten op EUR 4.662,13 (15.4 uur x EUR 240,00 vermeerderd met 6% kantoorkosten en vermeerderd met -zoals gevorderd- 19% BTW), te vermeerderen met het door [verzoeker 1] c.s. betaalde griffierecht van EUR 258,00, in totaal dus EUR 4.920,13.

Door [verzoeker 1] c.s. is tevens veroordeling van Reaal in de kosten van deze procedure verzocht. Nu noch juridische noch praktische redenen zich tegen toewijzing van een dergelijk verzoek verzetten, zal het hiervoor onder 4.17. begrote bedrag als kostenveroordeling worden uitgesproken in het dictum van deze beschikking.

Het is toch wel erg bijzonder dat vele jaren na het ongeval nog steeds sprake zou zijn van PTTS. De afwijzing van het verzoek is niet bepaald verrassend. Gelet op de voorzienbaarheid van de afwijzing is de begroting van kosten discutabel.