rechtbank Arnhem, 30 september 2011, LJN: BU6738
Het kan natuurlijk niet zo zijn dat een arbeidsdeskundig rapport aan schaderegeling ten grondslag ligt als uit de achterliggende medische rapporten geen verband tussen ongeval en verlies van arbeidsvermogen vaststaat. Dat heeft de rechtbank goed gezien.
In 1997 is verzoeker als voetganger door een bij Turien & Co Assuradeuren (verweerster) WAM-verzekerde auto aangereden. Aansprakelijkheid erkend. Tussen partijen is in geschil wat de gevolgen van het ongeval zijn voor het arbeidsvermogen. In opdracht van het HOF (na eerdere afwijzing door Rechtbank) heeft registerarbeidsdeskundige M.E. Valk eind 2010 eindrapport uitgebracht.
Het verzoek strekt ertoe dat dat voor recht wordt verklaard dat verweerster bij de omvang van de schade zal zijn gebonden aan de conclusies van Valk.
Het standpunt van verweerster is dat uit de medische expertiserapporten waar het rapport van Valk op is gebaseerd blijkt dat het ongeval niet heeft geleid tot beperkingen die het arbeidsvermogen hebben aangetast.
De rechtbank oordeelt dat de betreffende medische expertiserapporten ruimte laten voor discussie over de gevolgen van het ongeval voor het arbeidsvermogen. Met het verzoek ligt ook de vraag voor of uit deze rapporten moet worden afgeleid dat verzoeker als gevolg van het ongeval al dan niet is beperkt in zijn arbeidsvermogen. Deze aan de inhoudelijke beoordeling van het rapport van Valk voorafgaande vraag is van fundamentele aard, bij bevestigde beantwoording ontberen de bevindingen van Valk een medische grondslag en zal geen sprake zijn van schadevergoeding wegens verlies aan arbeidsvermogen. Na de indiening van het verzoekschrift is verzoeker door verweerster gedagvaard voor de rechtbank met als vordering dat voor recht wordt verklaard dat geen verlies aan arbeidsvermogen is en/of zal worden geleden. Het is duidelijk dat met het beslechten van dit deelgeschil niet de weg vrij zal zijn gemaakt voor verdere schikkingsonderhandelingen. De deelgeschilprocedure is bovendien niet bedoeld om partijen tot onderhandelingen te dwingen. De verzochte beslissing kan onvoldoende bijdragen aan de tostandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Het verzoek wordt afgewezen.
Omdat het verzoek niet volstrekt onnodig of onterecht is ingediend worden de deelgeschilprocedurekosten begroot en vindt veroordeling in deze kosten plaats.