Rechtbank Oost-Brabant, 18 januari 2022 | |
In het kader van een ongevallenverzekering wordt (eenzijdig) een psychiatrisch rapport ingewonnen. (Verzoekster) wil dit rapport ook gebruiken in de letselschadekwestie. Het rapport is niet bindend en bruikbaar, maar een nieuw onderzoek zou ook weer te belastend zijn voor (verzoekster). | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoekster) vraagt de rechtbank om:
(1) te verklaren voor recht dat partijen gebonden zijn aan het psychiatrische expertiserapport; |
Afwijzing van het verzoek. Dat de ongevallenverzekeraar en de WAM-verzekeraar onder hetzelfde concern vallen, doet daar niets aan af. Het rapport kent verder de nodige tekortkomingen zodat het rapport niet geschikt is om te gebruiken in de letselschadekwestie:
|
(2) te verklaren voor recht dat (verzoekster) niet hoeft mee te werken aan een nieuwe expertise; | Toewijzing van het verzoek, mits aan enkele voorwaarden is voldaan. Een volledig nieuw onderzoek zou te belastend zijn en de gezondheid van (verzoekster) niet ten goede zal komen. Psychiater (persoon van de deskundige) blijft overigens dezelfde. Voorwaarden:
Niet voldaan aan voorwaarden? Dan alsnog een volledig nieuw psychiatrisch onderzoek. |
(3) de kosten te begroten en Achmea te veroordelen tot het betalen van de kosten. | Verzoek = € 5.880,60 (18 uur x € 270,- x 21% BTW). Rechtbank meent dat het uurtarief niet buitensporig is en dat het aantal uur niet onredelijk is. Begroting conform verzoek. Aansprakelijkheid is erkend en dus een veroordeling. |
Bijzondere kwestie, met een bijzondere uitspraak. Achmea concludeert dat de rapporteur onvoldoende geschikt is omdat hij heeft gerapporteerd zonder te beschikken over adequate gegevens en met aan de deskundige door belanghebbende opgelegde beperkingen. De rechtbank ziet daarin geen bezwaar tegen de deskundige. Een deskundige niet niet beschikt over voldoende gegevens zou niet tot een conclusie mogen komen, zodat de vraag rijst of de door de rechtbank genomen stap zal leiden tot een vaststellingsovereenkomst.