rechtbank ‘s-Gravenhage, 24 oktober 2011, LJN: BU3876
In 2005 was verzoekster inzittende van een auto die van achteren is aangereden door bij Unigarant (verweerster) verzekerde auto. Aansprakelijkheid is erkend.
Op gezamenlijk verzoek van partijen heeft neuroloog Verlooy in 2009 rapport uitgebracht. Aanrijding heeft whiplash trauma veroorzaakt. Voor de persisterende nekklachten kan geen functieverlies worden toegekend. Voor de mild lijkende klachten op cognitief gebied is er geen aanwijsbaar neurologisch substraat. De lage rugklachten zijn aspecifiek, een relatie met het ongeval is niet aannemelijk.
Verzoekster verzoekt te bepalen dat haar letsel in causaal verband staat met het ongeval en Unigarant te veroordelen in de deelgeschilprocedurekosten. Unigarant betwist voor alle klachten behalve nekklachten causaal verband. Verder stelt zij dat verzoek onvoldoende geconcretiseerd is.
De rechtbank stelt vast dat er voldoende gegevens aanwezig zijn om te kunnen beoordelen of het verzoek een deelgeschil betreft. Dit verweer treft dus geen doel.
Verzoekster moet het bestaan van de klachten en het causaal verband met het ongeval bewijzen, hetgeen tussen partijen niet in geschil is. De rechtbank neemt voor de beoordeling van het causale verband het rapport van Verlooy tot uitgangspunt.
Omdat de pijnklachten in armen niet voorkomen in zijn rapport en verzoekster deze klachten niet heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen causaal verband met het ongeval. Het verweer van Unigarant dat de klachten niet bestaan omdat zij niet d.m.v. reguliere onderzoeksmethoden en overeenkomstig de door de betreffende beroepsgroep vastgestelde richtlijnen als een erkend ziektebeeld kunnen worden vastgesteld gaat niet op. Van whiplashklachten en aspecifieke lage rugklachten is algemeen bekend dat een specifieke, medisch aantoonbare verklaring niet zomaar kan worden gegegeven, omdat objectief waarneembaar letsel ontbreekt. Het is voldoende dat objectief vastgesteld kan worden dat deze klachten aanwezig, reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn. Uit het rapport van Verlooy volgt dat dit geldt voor deze klachten. Het bestaan van deze klachten is door verzoekster voldoende aannemelijk gemaakt. Aan het bewijs van causaal verband tussen de klachten en het ongeval mogen geen al te hoge eisen worden gesteld. Een specifieke, medische verklaring voor de klachten hoeft dus niet aanwezig te zijn. Aangezien het vaststaat dat verzoekster vóór het ongeval geen klachten had en er geen alternatieve verklaring is voor de klachten, oordeelt de rechtbank dat er causaal verband is met het ongeval.
De rechtbank begroot de kosten van deze procedure . Aangezien de aansprakelijkheid is erkend, wordt Unigarant veroordeeld tot betaling.
Het blijft lastig om te oordelen over whiplashachtige klachten. De rechtbank kon in deze zaak voor de vereiste juridische causaliteit aanhaken bij het in gezamenlijke opdracht van partijen uitgebracht neurologisch rapport.