Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Evenwichtsstoornis bij (verzoekster) op basis van otoxiciteit ‘gentamicine’. Rechtbank stelt het smartengeld vast op € 65.000,– – Wet Deelgeschillen

Evenwichtsstoornis bij (verzoekster) op basis van otoxiciteit ‘gentamicine’. Rechtbank stelt het smartengeld vast op € 65.000,–

Rechtbank Midden-Nederland, 18 oktober 2017
Na onderzoek in (ziekenhuis) wordt bij (verzoekster) geconcludeerd dat ze een spondylodiscitis heeft opgelopen: een bacteriële infectie van een tussenwervelschijf. (Verzoekster) wordt behandeld met een breedspectrum antibiotica, waaronder het middel ‘Gentamicine’. Geruime tijd later komt bij een second opinion aan het licht dat er sprake is van een evenwichtsstoornis bij het lopen op basis van ototoxiciteit ‘Gentamicine’.

(Verzoekster) stelt het (ziekenhuis) aansprakelijk. (Verweerder), de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van (ziekenhuis), heeft de aansprakelijkheid erkend voor het feit dat er onvoldoende rekening is gehouden met de bijwerkingen van ‘Gentamicine’. In datzelfde jaar valt betrokkene ’s nachts van de trap. (Verzoekster) heeft aan deze val blijvende nekklachten overgehouden.

(Verzoekster) verzoekt de rechtbank het smartengeld vast te stellen op € 100.000,–. (Verweerder) voert verweer: zij betwist dat alle klachten en beperkingen zijn toe te rekeningen aan de behandeling met ‘Gentamicine’. De rechtbank stelt het aan (verzoekster) toekomende smartengeld vast op € 65.000,–.

Verzoek Rechtbank
(Verzoekster) verzoekt de rechtbank (na vermeerdering van het verzoek op het punt van de kostenbegroting), om bij beschikking in deelgeschil, uitvoerbaar bij voorraad,
(1) voor recht te verklaren dat het haar toekomende smartengeld (inclusief wettelijke rente tot aan de datum van deze beschikking) € 100.000,00 bedraagt;
In dit deelgeschil is verzocht de omvang van de smartengeldvergoeding vast te stellen. Anders dan de vergoeding van de materiële schade kan de immateriële schade worden vastgesteld, ook als tussen partijen nog geen overeenstemming bestaat over de precieze omvang van de beroepsfout. Bij de begroting van smartengeld moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, waarbij voor de omvang van de vergoeding in het bijzonder bepalend zijn de aard, ernst en duur van het letsel, de pijn, de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde en de gevolgen daarvan voor de betrokkene. De rechter moet de zwaarte van het verdriet, de ernst van de pijn en het gemis aan levensvreugde afleiden uit min of meer objectieve factoren en concrete aanwijzingen, zoals de aard van het letsel en de (meer subjectief te duiden) gevolgen daarvan voor de benadeelde. Bij de begroting moet de rechter daarnaast ook meewegen de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het aan de aansprakelijke partij te maken verwijt. Voorts dient bij de begroting te worden gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in (enigszins) vergelijkbare gevallen zijn toegekend.

De evenwichtsstoornis van (verzoekster) heeft geleid tot beperkingen. De rechtbank rekent ook de beperkingen aan de nek toe aan het te lange Gentamicinegebruik. Die beperkingen zijn ontstaan bij een val van de trap. Ter zitting is voldoende duidelijk geworden dat (verzoekster) op dat moment al enkele jaren steeds, bij iedere stap, alert moest zijn om niet te vallen, en in het donker nog meer, omdat zij dan ieder oriëntatievermogen mist.

Niet in geschil is dat (verzoekster) sinds haar Gentamicinebehandeling met enige regelmaat is gevallen, ook voor haar val van de trap, en dat dit verschillende keren heeft geleid tot botbreuken. Nu er door het te lange Gentamicinegebruik steeds een reële kans is dat (verzoekster) valt, staat naar het oordeel van de rechtbank voldoende vast dat óók de val van de trap aan dat te lange Gentamicinegebruik moet worden toegerekend. De omstandigheid dat (verzoekster) de avond voorafgaand aan die val wijn had genuttigd, maakt dit niet anders. (Verweerder) heeft nog aangevoerd dat (verzoekster) regelmatig alcohol zou nuttigen, maar de omvang en gevolgen hiervan kan niet worden vastgesteld.

(Verzoekster) heeft naast blijvende evenwichtsklachten ook blijvende rugklachten, die eveneens tot beperkingen leiden. Die blijven bij het bepalen van de omvang van het smartengeld buiten beschouwing omdat ze zijn veroorzaakt door de spondylodiscitis en niet door de Gentamicine die de spondylodiscitis juist moest bestrijden.

Door de blijvende evenwichtsproblemen dreigt (verzoekster) bij beweging altijd te vallen en valt zij herhaaldelijk. Na een val kan zij niet zelfstandig opstaan. Zij is hierdoor haar zelfstandigheid kwijt en afhankelijk van anderen geworden om zich te verplaatsen. Fietsen, zwemmen of sporten kan zij niet meer. Na inspanningen trilt zij. Als zij beweegt of loopt valt zij op en wordt zij aangezien voor een dronken persoon. Zij vermijdt drukte en haar sociale leven is beperkt geworden. Dit alles heeft grote impact op haar. Voor het dagelijkse huishouden en de persoonlijke verzorging is hulp nodig.

De rechtbank zoekt voor de omvang van het smartengeld aansluiting bij de Smartengeldgids, meer specifiek bij uitspraak 618. Op basis van het voorgaande, en gelet op het in de genoemde zaak 618 toegekende bedrag, begroot de rechtbank het aan (verzoekster) toekomende smartengeld op € 65.000,00.

(2) de kosten van dit deelgeschil te begroten op € 6.655,00 inclusief btw, te vermeerderen met het griffierecht, en (3) (verweerder) te veroordelen in deze kosten. (Verweerder) heeft hier geen verweer tegen gevoerd. Verder voldoen deze aan de dubbele redelijkheidstoets zodat de rechtbank deze begroot zoals verzocht en zal toewijzen plus vermeerderen met € 833,– aan griffierecht. (Verweerder) word veroordeelt tot betaling daarvan aan (verzoekster).

Voor de vaststelling van het smartengeld is niet vereist dat het percentage blijvende invaliditeit (BI) precies vaststaat.

De rechtbank beperkt zich dan ook tot de vaststelling dat (verzoekster) blijvend negatieve gevolgen ondervindt van de gemaakte fout, en wel in die zin, dat zij 45%-58% blijvend invalide is geworden doordat zij te lang ‘gentamicine’ heeft gebruikt.

Klaarblijkelijk zijn er in deze kwestie de nodige (medische) onderzoeken geweest waardoor voldoende is vast te stellen wat de beperkingen van (verzoekster) zijn.