Exacte toedracht van ongeval met een Parijs-Dakar-truck staat niet vast: verzoek is volstrekt onnodig en onterecht ingediend

Rechtbank Midden-Nederland, 5 juli 2018
Tijdens (evenement Y) zijn (verzoekers c.s.) meegereden in de rallyvrachtwagen -een Parijs-Dakar-truck- van (chauffeur A). Zowel (verzoeker 1) als (verzoeker 2) stellen als gevolg van de rondrit letsel te hebben opgelopen.

(Verzoekers c.s.) stellen (verweerder) -de WAM-verzekeraar van de rallyvrachtwagen aansprakelijk. (Verweerder) wijst aansprakelijkheid van de hand. (Verzoekers c.s.) starten een deelgeschilprocedure.

De rechtbank is van mening dat de toedracht van het incident niet is komen vast te staan en de deelgeschilprocedure niet bedoeld is om het gehele geschil voor te leggen: verzoek is volstrekt onnodig en onterecht ingediend.

Verzoek Rechtbank
(Verzoeker c.s.) heeft verzocht, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

(1) voor recht te verklaren dat (verweerder) aansprakelijk is voor de schade die (verzoeker c.s) hebben geleden en nog lijden ten gevolge van het ongeval;

(2) (verweerder) te veroordelen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vergoeden de schade die (verzoeker c.s.) heeft geleden ten gevolge van het ongeval;

(3) (verweerder) te veroordelen tot betaling van een eerste voorschot ad € 10.000,- aan (verzoeker c.s.) (beide € 5.000,-),

Partijen verschillen aldus over de exacte toedracht van het ongeval. Volgens (verzoeker c.s.) heeft (chauffeur A) een onverwachte stuurbeweging gemaakt. Er is ‘iets’ gebeurd waardoor de rallyvrachtwagen een klap heeft gemaakt. Vervolgens is (verzoeker c.s) hard naar voren en naar achteren geschoven. Volgens (verzoeker c.s.) kwam de neus van de rallyvrachtwagen in het zand terecht en is de rallyvrachtwagen vervolgens weer naar achteren geklapt. (Verzoeker c.s.) stelt dat (chauffeur A) is afgeweken van het parcours. (Verweerder) heeft daarentegen aangevoerd dat (chauffeur A) heeft afgeremd en vervolgens een hobbel op een normale manier heeft genomen.

Bij deze stand van zaken kan niet tot een beslissing op het verzoek worden gekomen zonder (nadere) bewijslevering. Bovendien resteren ook na beantwoording van de vraag naar de precieze toedracht van het incident nog veel geschilpunten tussen partijen. Zij twisten onder andere over de omvang van de schade, het causaal verband tussen de schade en het ongeval en eventuele ‘eigen schuld’ aan de zijde van (verzoeker c.s.). Naar het oordeel van de rechtbank wegen de tijd, kosten en moeite die gepaard gaan met het horen van getuigen en het beoordelen van de overige geschilpunten niet op tegen de bijdrage die een beslissing in deze (deelgeschil)procedure kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen. Daar komt nog bij dat (verzoeker c.s.) in zijn verzoeken in feite het volledige geschil tussen partijen aan de rechtbank heeft voorgelegd, terwijl de deelgeschilprocedure niet bedoeld is om in wezen het gehele geschil tussen partijen te beslechten.

De rechtbank wijst dan ook de verzoeken af.

(4) (verweerder) te veroordelen tot betaling van de kosten van deze deelgeschilprocedure van € 16.821,30 inclusief kantoorkosten en BTW Begroting van de kosten van een deelgeschilprocedure kan achterwege gelaten worden indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.

Dit verzoek leent zich niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure vanwege de discussie tussen partijen over de toedracht van het incident en de omvang van het aan de rechtbank verzochte. Deze beslissing lag naar het oordeel van de rechtbank zo voor de hand dat het indienen van het verzoek onterecht en onnodig moet worden geacht. Nu de kosten van de behandeling van het verzoek daarom niet voor vergoeding in aanmerking komen, kan begroting van deze kosten achterwege blijven.

De uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland is er eentje die past in een steeds langer wordende rij van deelgeschillen waarin de toedracht van het incident niet vast is komen te staan. Met andere woorden, er zijn nog heel veel vragen waar eerst een antwoord op dient te komen, alvorens de kwestie voorgelegd kan worden in een deelgeschilprocedure.